Ik sta tussen drieduizend uitzinnige ABBA-fans. Ik ben samen met mijn vriendin bij een concert van de nog altijd razend populaire Zweedse discoband. Agnetha Fältskog, Björn Ulvaeus, Benny Andersson en Anni-Frid Lyngstad staan voor onze neuzen op het podium. Mamma Mia, Dancing Queen, Voulez-Vous, Waterloo. Alle hits komen voorbij.
In mijn hoofd wisselen twee gedachten elkaar af:
Dit is super indrukwekkend.
Was ik maar meer fan van ABBA.
ABBA Voyage is een reeks concerten in de speciaal daarvoor uit de grond gestampte ABBA Arena, een stukje buiten het centrum van Londen. Elke dag is er een optreden, soms zijn er zelfs twee. Het échte ABBA treedt niet op. Het viertal verdween na 1982 van de bühne. In Londen kijk je naar hologrammen van de band. De leden hebben zich laten vereeuwigen als virtuele avatars (ze noemen dat zelf ABBAtars, snap je?). Het zijn dus beelden uit een computer. En ze lijken levensecht.
De eerste minuten kijk ik met stuitende verbazing naar de virtuele band. Na vier, vijf, zes keer knipperen snap ik nog steeds niet hoe dit kan. Wat mij betreft staat ABBA daar werkelijk op het podium. Mouwen wapperen langs de armen als ze zwaaien, de glitterende outfits reflecteren de lampen en bij schijnwerpers die van achteren komen, kun je de schaduwen van benen door de jurken heen zien.
Van Tupac tot André Hazes
Het overtuigt dus, wil ik maar zeggen. ABBA is dan ook niet het eerste hologramconcert. De band sluit aan in een flinke rij van Optredende Hologrammen. Het virtuele optreden van rapper Tupac Shakur is een van de bekendste. In 2012 waren mensen in shock toen Snoop Dogg hem het podium op trok tijdens een optreden op festival Coachella. Tupac was toen al zestien jaar dood.
Er werd echt een moment van gemaakt. De hologram van Tupac komt uit de podiumvloer omhoog, spreekt het publiek toe en treedt daarna op met Snoop Dogg. Onderling hebben de twee zelfs nog wat interactie. Na een paar nummers verandert Tupac plotseling in sterrenstof en lost hij op in het niets. Weg is-ie weer. Het is hallucinant (of holocinant) om te zien en volgens velen ontroerend. In reacties onder opnames op YouTube komen kijkers woorden tekort om hun lading kippenvel te beschrijven.
Dezelfde reacties lees je onder filmpjes van André Hazes, die in 2017 als hologram optreedt tijdens de concertreeks Holland Zingt Hazes (volgens de website "de plek waar Hazes nog altijd de baas is") . Bovenaan een grote showtrap torent de in 2004 overleden zanger boven alles en iedereen in de Ziggo Dome uit. Om de emotie nog wat meer los te weken zingt hij nog een duet met zijn zoon André ook. In 2020 keert de (verbeterde) hologram terug voor een duet met dochter Roxeanne.
Ergens past het wel dat Tupac en André Hazes eruitzien als geestverschijningen. Hun lichamen laten licht door en er hangt een unheimische blauwe waas over hen heen. Het is duidelijk niet echt en toch gelooft iedereen dat ze er staan.
De geest van Pepper
Nu moet ik wel even muggenziften. Iedereen (en ik ook) noemt deze verschijningen hologrammen. Maar dat zijn het eigenlijk niet. We kijken naar een illusie die Pepper’s Ghost heet. Echte hologrammen zijn namelijk volledig driedimensionale weergaven, die door lasers zijn opgebouwd. In het geval van Pepper’s Ghost schijnt een 3D-beeld met hulp van een projector op een plat, dus 2D, (transparant) scherm.
Deze techniek bestaat al 161 jaar. De Londense hoogleraar Henry Pepper scheen in 1862 een beeld op een doorzichtige glasplaat, waardoor het leek alsof er een geest op het toneel stond. Sindsdien is de techniek op veel plekken te zien. Ook in Nederland, want dit soort geesten vliegen al tijden rond in het Spookslot van de Efteling.
En je kunt er dus overleden supersterren mee terug toveren. Na Tupac op Coachella leek het hek van de dam. Er volgde een hele rits aan artiesten die na hun dood als 'hologram' op het podium stonden: Frank Zappa, Roy Orbinson, Ronnie James Dio, Maria Callas, Michael Jackson en Whitney Houston.
Licht en magie
ABBA staat nu ook in dat rijtje. Met als verschil dat alle ABBA-leden nog leven. Dat heeft als voordeel dat de zeventigers zelf volledige controle hadden over het optreden van hun ABBAtars.
Het viertal werd daarvoor in een speciaal pak gehesen, waarmee al hun bewegingen en gezichtsuitdrukkingen door de computer werden geregistreerd. Vervolgens was het aan de animatoren van het bedrijf Industrial Light & Magic (ooit door regisseur George Lucas opgericht voor de visuele effecten in Star Wars) om de bandleden om te zetten naar virtuele personages. Die ook nog eens tientallen jaren jonger ogen.
Dat varkentje heeft Industrial Light & Magic trouwens al vaker gewassen. Het personage Grand Moff Tarkin in Star Wars: Rogue One (2016) is bijvoorbeeld helemaal digitaal, maar wel gebaseerd op acteur Peter Cushing, die de rol in 1977 speelde maar in 1994 overleed. Het ziet er levensecht uit. En de digitale verjongingskuur werd bijvoorbeeld toegepast op Prinses Leia (gespeeld door de inmiddels overleden Carrie Fisher).
Sowieso is Star Wars het eerste wat me te binnen schiet als ik aan een hologram denk. Al in het eerste deel, A New Hope (1977), zie je een hologram. Een 'echte' nog wel, in 3D. Als Luke Skywalker zijn robot R2D2 meeneemt naar Obi Wan Kenobi, projecteert de robot daar een virtuele Prinses Leia die de oude jedi om hulp smeekt. Het werd een iconisch filmfragment.
In Star Wars verschijnen personages constant als hologrammen. Waar wij videobellen en elkaar in 2D op het scherm zien staan, verschijnen mensen in Star Wars als 3D-lichtbron bij een afspraak. Techbedrijven proberen dit science fiction-idee al jaren tot werkelijkheid te maken. Augmented reality maakt het tot op zekere hoogte al mogelijk. Er bestaan brillen die projecties op de glazen schijnen, waardoor het voor de brildrager lijkt alsof een virtueel object of persoon daadwerkelijk in de omgeving staat.
De hologram is onlosmakelijk verbonden aan science fiction. Het is een beeld van de toekomst. In Blade Runner 2049 zijn hologrammen levenspartners geworden. In Her is te zien hoe een hologram van een game de woonkamer vult, zodat het voor hoofdpersoon Theodore (Joaquin Phoenix) lijkt alsof hij er helemaal in zit. In de game Cyberpunk 2077 zwemmen gigantische hologramvissen boven de stad en worden hologrammen opgetuigd als een soort vleesvervangers in de stripclubs.
Maar ook in oude films spelen hologrammen een rol. Bijvoorbeeld in de The Wizard of Oz-verfilming uit 1939. Aan het einde van hun reis vinden Dorothy en haar vrienden eindelijk de tovenaar naar wie ze al de hele film op zoek zijn. De Wizard lijkt een imposante figuur. Een groen gezicht en een bulderende stem. De projectie verschijnt in rook en vuur. Totdat het hondje Toto naar een gordijn rent en daarmee een man ontmaskert die het hologram bedient. "Let vooral niet op de man achter het gordijn", roept hij nog door de microfoon. Maar de illusie is dan al verbroken.
Grenzen tussen echt en nep vervagen
Afijn, terug naar ABBA. Terug naar de seventies. Op de avond van het concert zijn veel mensen volledig in stijl (lees: glitter) gekomen. Het publiek is overwegend Brits, grijs en hysterisch. Wij, nuchtere Nederlanders, zijn gematigder. Al draagt mijn vriendin wel een glittertop.
Er zijn veel moeders met kinderen. Ik snap het wel. Deze avond is een uitgelezen kans om je kinderen een stukje uit je jeugd te laten zien. Op een afstandje staat de band gewoon op te treden, alsof de tijd heeft stilgestaan.
Dat is zeker de eerste paar nummers het geval, als zoveel mogelijk een echt concert wordt nagedaan. Er is zelfs een liveband. Een stukje achter hen staat ABBA op het podium. Ze dansen, hebben plezier met elkaar en zingen richting de zaal. Soms kan er zelfs een praatje vanaf. Er is veel aandacht besteed aan de belichting van de ABBAtars, om ze zo realistisch mogelijk te maken. Ook slim is dat de virtuele lampen naadloos overgaan in fysieke lampen in de zaal. Daardoor ontstaat een diepte die eigenlijk niet bestaat.
Op enorme schermen naast het podium komen close-ups van Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid. Vanuit verschillende hoeken ook. Terwijl de hologrammen dus eigenlijk helemaal plat zijn, dus dat kan helemaal niet. Alles wordt uit de kast getrokken voor een zo realistisch mogelijk concert. We trappen er allemaal in.
De illusie blijft het langst overeind als je gewoon naar het podium kijkt. Hoe goed het ook is gemaakt, de CGI-animatie wordt zichtbaar in de close-ups. En dan wordt het uncanny valley: je ziet wel mensen, maar ze zijn net niet menselijk. Je ziet het aan de ogen zonder sprankeling en aan de monden die net niet op een natuurlijke manier bewegen.
ABBA als videogame
Soms verdwijnen de ABBAtars en is er een groot scherm dat het hele podium vult. Close-ups van bandleden schuiven over en langs elkaar terwijl we naar de volgende hit luisteren. Het optreden is nu een gigantische videoclip.
Dit zijn de momenten dat het concert zijn live-beleving verliest. Dat gebeurt helemaal als we ABBA tijdens een paar nummers helemaal niet meer zien. Ze worden ingeruild voor animatiefilmpjes over een ontdekkingsreiziger die allerlei locaties bezoekt. Op zoek naar een ABBA-kristal, of zoiets. Geen idee eigenlijk wat het met de rest van het concert te maken heeft.
De rest van het publiek heeft er weinig moeite mee. Sowieso lijkt een groot deel van het publiek na tien minuten al te zijn vergeten hoe fantastisch de technologie achter de show is. Iedereen danst en zingt alsof ze met vrienden in de discotheek staan terwijl ABBA op tv is.
Later verschijnen de bandleden op het podium in een soort Tron-outfits. Ze zijn in een futuristisch computerdecor geplaatst met banen van licht die van links naar rechts flitsen. Dat het realistische hologrammen zijn, doet er ook nu nauwelijks meer toe, aangezien ze verdwijnen in een tsunami van CGI. Het optreden lijkt wel een techdemo, het is echt spierballenvertoon van Industry Light & Magic. Kijk eens wat we kunnen. Kijk eens hoe ver we hiermee zijn.
Groot gelijk ook, als je bedenkt dat deze show 175 miljoen dollar heeft gekost om te maken. We zijn inmiddels echt een stuk verder dan de cartooneske avatars van Tupac en André Hazes. "Ervaar een concert zoals geen ander", staat op de ABBA Voyage-website. En dat klopt. Je hebt nooit zoiets gezien.
Je ziet het gordijn
Voor mij zit de grootste overtuiging in de momenten dat ABBA Voyage voor een realistisch optreden gaat. Als de bandleden tegen een donkere achtergrond staan te zingen, zonder enige afleiding eromheen. Dan is het alsof je in een tijdmachine stapt en er veertig jaar vroeger uitkomt.
Op de momenten dat ABBA Voyage het te hard probeert en los gaat met alle toeters en bellen, vliegt de voorstelling uit de bocht. Dan het is meer een attractie dan een concert en wordt het nep. Je ziet de man achter het gordijn misschien niet, maar je wordt je wel erg bewust dat er een gordijn hangt.
'Was ik maar meer fan van ABBA', schreef ik aan het begin van dit stuk. Want dan had het regelmatige doorbreken van de illusie me geen bal kunnen schelen. Dat zie ik aan de mensen om me heen, die de avond van hun leven hebben. Zij komen vooral om glitterschouder aan glitterschouder de hits nog eens mee te zingen en de liedjes tot in hun tenen te beleven. Dichterbij een ABBA-concert dan dit kom je namelijk nooit meer.