top of page
ree

Paths are the habits of a landscape. They are acts of consensual making. It's hard to create a footpath on your own.

— Robert MacFarlane, The Old Ways



Er zijn momenten waarop we de enige mensen op aarde zijn. We kijken door valleien en langs kale bergen. We kijken uit op meren en stukken naaldbos. En er is niemand te zien behalve wij.


De West Highland Way is een unieke wandelroute in Schotland. Het pad begint vlak boven Glasgow in het plaatsje Milngavie, voert door een grote verscheidenheid aan omgevingen en eindigt 154 kilometer noordelijker in Fort William. Mijn vriendin en ik, onervaren wandelaars, stappen in op het 85 kilometerpunt, bij het dorp Tyndrum. Van daaruit lopen we vier etappes: Tyndrum ⭢ Bridge of Orchy (10,5 km) ⭢ Glen Coe (18 km) ⭢ Kinlochleven (17 km) ⭢ Fort William (24 km).


Voor vertrek had ik een romantisch beeld van deze Schotse wandeltocht. We zouden hele dagen wandelen, onszelf wel een paar keer tegenkomen, afgesloten zijn van de wereld, onze gedachten de vrije loop latend. Dat alles zonder sociale media, dus met wat geluk zouden we ons ook eens ouderwets stierlijk vervelen.


In Tyndrum strijken we neer op een terras in de zon (het is warm! in Schotland!) en vrijwel meteen belanden we in De Wandelaarsbubbel. Een vrouw, met wie ik twee zinnen Engels spreek voordat we ontdekken dat we allebei uit Nederland komen, vraagt of ze bij ons aan de picknicktafel mag zitten. Ze loopt de West Highland Way volledig van Milngavie tot Fort William, solo, en heeft onderweg veel mensen leren kennen. Voor we het weten schuift er een Texaan aan en maken we praatjes met anderen die voorbij komen, uit Duitsland en Nederland.


We mogen dan halverwege pas instappen, de ontvangst van andere wandelaars is warm. Veel van hen lopen de route met grote tassen op hun rug, soms afgeladen met een tent en een slaapzak. Wij geven onze bagage elke ochtend mee met een taxibedrijf en slapen in relatieve luxe. Vergeleken met de rest doen wij de watjesvariant van deze hike, maar we moeten ergens beginnen. We krijgen overigens nooit het gevoel onder te doen voor de anderen. Wel worden we overladen met tips en volgende hikes voordat we goed en wel aan de West Highland Way begonnen zijn. Mensen delen hun passie graag. Je ziet ze denken: nieuwe wandelaars! Vers bloed! One of us!


ree

Goed, we beginnen een dag later met de kortste (en makkelijkste) wandeling richting Bridge of Orchy. De paden zijn goed en we treffen nauwelijks hoogteverschillen. Achteraf blijkt dit de saaiste route, maar we genieten nu al van onze eerste stappen in de Schotse natuur. Het is warm, de grond is droog. De gevreesde midges, zwermen steekvliegjes die wandelaars in de zomer teisteren, zijn er nog niet. Er grazen wat schapen, maar die doen verder niks. De bergen links en rechts van ons zijn kaal en bruin. Langs de paden worden we nu en dan verrast door een zee van gele bloemen.


Als we na slechts een paar uur aankomen bij Bridge of Orchy, raken we in gesprek met een vrouw uit het Amerikaanse North Carolina, die we onderweg foto's zagen maken van allerlei bloemen. Ze probeert zoveel mogelijk verschillende soorten vast te leggen. Dankzij een boekje dat ik bij me heb, leert ze de naam van die gele bloemen: gorse. Gaspeldoorn. Ze noemt de struiken 'the weed of Scotland', omdat je ze overal ziet. De plant is van een invasieve soort die dreigt alles te overwoekeren. Maar dit 'onkruid' heeft zo zijn voordelen. "Het ruikt naar kokos", zegt ze. En inderdaad, op volgende wandelingen ruiken we de zoete geur.


Sowieso staan de mensen die we ontmoeten veel stil bij de omgeving. De Rotterdamse die we op de eerste avond tegenkwamen, bestudeert bijvoorbeeld vogels en kent de historie van het pad. We ontmoeten ook een stel uit Texas, dat al tientallen jaren overal ter wereld wandelt. Bijna elke dag halen we ze in, omdat ze zo op hun gemak doen en omdat ze rustig een uur van een uitzicht kunnen genieten. De twee worden gedurende de reis onze voorbeelden. Spirit animals. Totemdieren. Bewust vertragen, bewust genieten. In combinatie met de vogel- en bloemenkennis van de anderen krijgen de wandelingen een stuk meer gewicht. Ik zie mijn vriendin steeds vaker aan bloemen ruiken die we onderweg tegenkomen.


ree

Die nacht slapen we in een oud stationshuisje van Bridge of Orchy, dat tegenwoordig dienst doet als hostel. Gastvrouw Helen noemt zichzelf 'The Mad Woman' en dat zie je terug in haar kantoortje en ontbijtruimte. Het is een allegaartje aan meubels, overal liggen papieren en in de vensterbank staat een verzameling kleurrijke theekannen. Boven een schouw hangt een portret van John Lennon. Zelf heeft ze wel iets weg van actrice Maggie Smith — dezelfde ogen.


Al 19 jaar runt Helen deze plek. Eerst samen met haar man, maar sinds hij overleed doet ze het alleen. Ze woont naast het spoor in een caravan en ontvangt hier elke dag andere wandelaars. Omdat we die dag de laatste gasten zijn die vertrekken, vertelt ze honderduit over deze plek en haar leven hier. Voordat we beginnen aan onze wandeling van 18 km, smeert ze eigenhandig een droog broodje met bacon en daarna worden we met een warme knuffel op pad gestuurd. Ze zwaait ons uit; de Mad Woman van Bridge of Orchy.


De route van vandaag leidt langs plekken met namen die zo uit Star Wars of The Lord of the Rings kunnen komen. Inverornan, Loch Tulla, Black Mount, Rannoch Moor. Nog steeds lopen we door de bergen, als nietige mensen die langs stenen reuzen wandelen, maar vandaag zien we meer groen en water. Het landschap wordt iets ruiger, hoe verder we komen.


ree

Het is een prachtige wandeling die in de laatste kilometers wordt verstoord door een motorrace. Eerst zien we de trialmotoren in de verte afdalen, daarna blijkt dat hun route en de onze behoorlijk overlappen. Het gezoem en de stofwolken komen steeds dichterbij. De slenterende wandelaar doet er goed aan even in de berm te wachten als er weer een coureur voorbij raast.


Wat blijkt, dit is een officiële race, die deel uitmaakt van The Scottisch Six Days Trial. Elke dag rijden tientallen waaghalzen over parcours van 160 kilometer. Online vind ik filmpjes van deelnemers die dwars tegen een wildwaterrivier omhoog rijden. Gaaf om te zien, maar het maakt ons laatste deel van de dag, dat over een toch al vervelende grindweg met losse keien leidt, wel een stukje zwaarder.


ree

Op dag 3 staat een hindernis op het programma die men hier in Schotland de Devil's Staircase noemt. Het zou keramiekwerk van Nick Cave kunnen zijn. In werkelijkheid is het een korte beklimming van 259 meter die op een hoogte van 550 meter uitkomt. Het hoogste punt van de West Highland Way is een van de meest bewandelde stukken van het volledige pad. Ook dagjesmensen komen hierop af.


Aan de voet van de beklimming staat een paaltje met een afbeelding waarop een duivel de trap af raast. In de begeleidende tekst lezen we dat het steile slingerpad rond 1750 werd aangelegd door een groep soldaten, als onderdeel van het oude militaire pad dat we deze dagen grotendeels volgen. Het schijnt dat hier in de loop der jaren een aantal mensen is bezweken.


Uiteindelijk valt de klim ons best mee. Rustig aan naar boven, dan lukt het prima. Op de top puffen wat mensen uit. We komen er allerlei bekenden tegen. Het stel uit Texas kijkt al een tijdje naar het uitzicht. De man maakt er meerdere foto's. Hij liep de West Highland Way voor het eerst afgelopen oktober, toen zonder zijn vrouw. Een groot deel van de tocht trotseerde hij barre omstandigheden, vertelt hij. Omdat de route zo open is, vind je nergens beschutting tegen wind en regen. Het water waaide hem horizontaal in het gezicht en de bergtoppen om hem heen waren in nevelen gehuld. De man kijkt nu zijn ogen uit. De West Highland Way blijkt in zijn zonnige herkansing een heel andere wereld. Het is al dagen stralend weer. Daardoor kan hij nu van de natuur en de eindeloze uitzichten genieten — dit keer samen met zijn vrouw.


ree

Onze vriendin uit Rotterdam heeft ons inmiddels ook gevonden. Ze heeft na de Devil's Staircase nog even een naastgelegen bergtop meegepakt. Welja. Wij slaan even over. Nu begint ze aan de afdaling die wij iets later ook inzetten. Omdat iedereen hetzelfde pad aflegt, heb je altijd iets om over te praten. In Nederland kun je prima wandelen, maar zijn er maar weinig mensen die een ellenlange tocht afleggen en daar onderweg met je over willen praten. Hier is maar één pad en als je de West Highland Way niet loopt, heb je daar eigenlijk niets te zoeken. Als je er een beetje voor open staat, word je daardoor vrij snel hecht met andere wandelaars. Er wordt (leuko)tape uitgedeeld tegen blaren, gemopperd over motoren op de route en je maakt een praatje over het leven. Van elk gesprek krijg je een energieboost voor de komende kilometers.


Het is vandaag, op weg naar Kinlochleven, een van de mooiste routes die we lopen. De afdaling na de Trap van de Duivel oogt iets woester dan we tot nu toe hebben gezien. Er zijn grote rotsplaten en bochtige bergpaden waarna steeds weer een overdonderend uitzicht op ons wacht. Ik maak de ene foto na de andere en ze doen allemaal geen recht aan het gevoel van vrijheid. "We zijn zandkorrels in een woestijn", grap ik tegen mijn vriendin. "Druppels in een oceaan."


ree

Op de slotdag beginnen we met een forse klim door een bos. Het pad leidt soms recht omhoog. Na elke bocht hoop ik dat we de top hebben bereikt, maar dat is eerst vier keer niet zo, voordat het de vijfde keer wel zo is. De beklimming kost ons meer moeite dan de Devil's Staircase — en nu moeten we nog 22 kilometer.


In de eerste helft van deze etappe lopen we vaker wel dan niet tussen andere mensen door een enorme open vallei. Soms is het prettig als je ziet waar je heen moet, omdat je de rugzakken kunt volgen en niet hoeft na te denken. Dit keer leidt het slingerpad zover richting de horizon, dat ik me niet kan voorstellen dat wij over een paar uur zelf de stipjes zijn die we nu in de verte zien bewegen. Het kost een paar mentale drempels, maar met elke stap komen we dichterbij de eindstreep in Fort William.


Deze laatste dag is groener dan de vorige dagen. We lopen door een bos en treffen daar een viertal Limburgers tegen die we al eerder hebben gezien. "We vroegen ons al af hoe het met jullie zou gaan", zegt een van hen. Ik besef me ineens dat ook wij deel uitmaken van de verhalen die andere mensen beleven tijdens hun wandeling door de hooglanden.


Ze vallen wat uit de toon, deze Limburgse mannen, van wie er overigens nog maar één echt in Limburg woont. Bij de rest hoor je het alleen nog. "Normaal gaan we een weekend weg om te zuipen, maar we worden allemaal wat ouder, hebben kinderen en wilden eens iets anders", zegt de aanvoerder van het stel. Een van hen verruilt ondertussen zijn bergschoenen voor sneakers. Het lijkt me een slechte beslissing op deze gravelpaden waar geen einde aan komt. Hij zal elke steen gaan voelen. Maar het moet gezegd: als we daarna een stukje met ze meelopen, maken we in een rap tempo meters.


Als we aan het einde van het bos komen en weer een kort, pittig klimmetje achter de rug hebben, nemen we afscheid van het groepje. We pauzeren met een uitzicht met in elke windrichting een ander stukje natuur. Hier komt alles samen.


ree

"Vergeten we niet te genieten?", vragen we soms hardop aan elkaar. Dat is een vraag die cynisch klinkt maar niet zo is bedoeld. We zijn weliswaar een beetje moe en voelen onze voeten, maar we lopen door een schitterende omgeving die je na een paar dagen voor lief dreigt te nemen. We denken aan het Texaanse stel dat rustig alles in zich op neemt, aan de Rotterdamse met haar vogelkennis en de vrouw uit North Carolina en haar oog voor bloemen.


Als we na 24 kilometer de eindstreep halen en we een pub induiken, blijken bijna alle mensen daar te zijn die we onderweg hebben ontmoet. We bespreken de laatste dag, delen felicitaties en een Schotse man deelt dure whisky die hij als beloning voor zichzelf heeft gekocht. Alle clichés worden hier waar: het gaat allemaal om de reis en om de vrienden die je onderweg maakt. Na vanavond zien we elkaar nooit meer, maar als we in de toekomst terugdenken aan de West Highland Way, denken we evengoed aan de mensen die we hebben ontmoet als aan de wandeling en de weergaloze omgeving zelf.


Je las weekblog №114. Een reisverslag geschreven in de periode van 12 tot en met 18 mei 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Tarbert Castle, Scotland (1877), Hans Gude
Tarbert Castle, Scotland (1877), Hans Gude

Op dit moment ben ik in Schotland, waar ik het laatste deel van de West Highland Way wandel. Volgende week schrijf ik een reisverslag, deze keer neem ik je mee in mijn voorpret. Met een wandelfilm en een Schotlandfilm (die minder over Schotland ging dan ik dacht).



I.

In het wandelfilmgenre is nog ruimte genoeg voor nieuwe aanwas. Want ja, wat heb je eigenlijk allemaal? Op internet staan wel wat lijstjes met steeds dezelfde titels, zoals Wild, Tracks, The Way Back en Stand by Me. Maar het aanbod houdt niet over. Toevallig draait sinds kort wel The Salt Path, een nieuwe wandelfilm met Gillian Anderson en Jason Isaacs. Gebaseerd op het gelijknamige boek.


Voor een goede wandelfilm zijn in principe twee dingen belangrijk. 1: Een mooie omgeving. 2: Een paar mensen die daar doorheen wandelen. Ze worstelen met de barre tocht maar de uitzichten maken het waard. En natuurlijk staat de reis symbool voor de groei die de hoofdpersonages zelf doormaken.


In The Salt Path zit het met die mooie omgeving alvast wel goed. Het echtpaar Raynor (Anderson) en Moth Winn (Isaacs) wandelen over de South West Coast Path, met een pad van ruim duizend kilometer de langste wandelroute van Engeland. Die voert langs prachtige kliffen en door glooiende landschappen. De aanleiding voor de wandeling is wat minder, de Winns raken door een financieel fiasco alles kwijt. En om het allemaal nog erger te maken, kampt Moth met allerlei fysieke ongemakken door een zeldzame en levensbedreigende ziekte.


Als je het altijd goed hebt gehad en plotseling op rantsoen vanuit je tentje leeft, dan moet dat mentaal niet makkelijk zijn. In The Salt Path proberen de vijftigers er het beste van te maken. Heel even zijn ze boos. Op de wereld, op elkaar. Daarna is het voorbij en gaan ze door. Langzaam maar zeker krijgen ze in de gaten wat écht belangrijk is in het leven. Je kan het allemaal wel zo'n beetje uittekenen.


De Winns ontmoeten enkele bijzondere personages waardoor ze in vreemde situaties terecht komen. Het weer zit tegen en dan weer mee. Maar bovenal stappen ze door. Op weg naar een eindpunt dat zo ver weg is voor een stel ongeoefende wandelaars, dat het wel om de reis móét gaan. Die wandeling wordt niet veel mooier gemaakt dan-ie is, bij vlagen is de film wel wat te klef en melodramatisch voor mijn smaak. Ik kreeg wel zin om te wandelen, dus het doel is geslaagd.




II.

Ik heb Highlander ooit op dvd gekocht en hem vervolgens nooit gekeken. Dat werd dus tijd, want als dit bericht online staat ploeter ik zelf door de hooglanden. Highlander uit 1986 gaat over Connor MacLeod, een Schotse strijder uit de zestiende eeuw die er tijdens een gevecht met de moordlustige tegenstander Kurgan achter komt dat hij onsterfelijk is.


Kurgan blijkt ook niet dood te kunnen en wat volgt is een eeuwenlange strijd die in 1986 nog steeds wordt uitgevochten. Met zwaarden. Want de enige manier waarop een onsterfelijke tóch sterft, is door hem te onthoofden. De plot van de film is overigens een beetje wazig dus in het begin is het allemaal wat onduidelijk. Maar de actie is wel te gek, net als de sets en de manier waarop Highlander is gefilmd. Ik las na afloop dat Chad Stahelski werkt aan een reboot van de serie en dat lijkt me een geschikte regisseur. Tijdens het kijken van Highlander dacht ik namelijk al regelmatig aan zijn reeks John Wick-films.


Voor een film die Highlander heet, speelt het verhaal zich trouwens meer in New York af dan in Schotland. Maar de hooglanden worden niet helemaal genegeerd. In flashbacks kom je terecht in de groene heuvels, waar het emotionele hart van de film ligt. Want daar ontmoette MacLeod ooit zijn geliefde Heather. Zij werd oud met hem, hij bleef jong naast haar. De vloek van onsterfelijkheid is dat je iedereen verliest, terwijl jij achterblijft. Ga dan nog maar eens een emotionele relatie aan.


Highlander is op zichzelf al een bizarre film, met een al even bizarre (maar heerlijke) rol van Sean Connery als de flamboyante Juan Sánchez-Villalobos Ramírez. Connery werd volgens de regisseur trouwens nog bijna onthoofd door zijn tegenspeler Clancy Brown (Kurgan). En dan heb je ook nog een soundtrack van Queen - en een paar bekende regels uit hun liedjes uitgesproken door personages. Tel dat alles bij elkaar op en dan is het logisch dat er een cultklassieker uit kwam.




PS.

Voor de tweede week op rij een Creep-cover op dit blog. Billie Eilish trad op in de Ziggo Dome en speelde het nummer van Radiohead.




Er is een nieuwe Spike Lee-joint onderweg. De regisseur werkt weer samen met Denzel Washington voor een hedendaagse remake van Akira Kurosawa’s High and Low die zich afspeelt in New York. De titel is dan ook op z'n Spike Lees: Highest 2 Lowest.




Dit zijn van die dingen die ik me afvraag. Hoe maak je een kruiswoordpuzzel? Niet: hoe vul je hem in, maar: hoe máák je hem. Je ziet het in onderstaande video, een oudje van Wired.



Je las weekblog №113, geschreven in de periode van 5 tot en met 11 mei 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

View on the Wisahiccon, Pennsylvania (1819 - 1821), Joshua Shaw
View on the Wisahiccon, Pennsylvania (1819 - 1821), Joshua Shaw

I.

Vijf minuten nadat ik over het initiatief Mei Social Vrij las, liep ik al te verkondigen dat ik mee zou doen aan het experiment. De hele maand zonder sociale media dus. Wat opvalt: zonder dat ik iemand probeerde overhalen, waren er meteen vrienden die zeiden ook mee te doen.


Ik pak het rigoureus aan. De apps van Instagram, Bluesky, Threads en LinkedIn heb ik van mijn telefoon verwijderd. X en Facebook stonden er al niet meer op. Op mijn laptop heb ik SelfControl geïnstalleerd, een app die je weliswaar elke dag moet aanzetten, maar die je vervolgens écht niet toelaat op de webversies van sociale media. Al zou je de makers op je blote knieën smeken. Ik heb op mijn laptop ook YouTube geblokkeerd - filmpjes kijken mag alleen op de tv.


Het gaat me niet om sociale media zelf. Ik vind met name Bluesky en Instagram leuke platforms die me veel plezier brengen. Maar het zijn ook zwarte gaten die me soms kopje onder trekken.


Misschien helpt het dat ik twee weken vakantie heb. Ik ben daarvan een week in Schotland om een deel van de West Highland Way te wandelen. Dan ben ik dus in de middle of nowhere praktisch helemaal offline. Nu is de vraag: hoe overleef ik die dode momenten, zoals wachten op het vliegveld? Ook dat komt wel goed.



II.

Ik lees Dagelijkse rituelen van de Amerikaanse auteur Mason Currey. Het boek staat vol minibiografieën van kunstenaars en schrijvers waarbij de focus ligt op de manier waarop zij hun creatieve werkdag vormgeven. Een nieuwe versie van Dagelijkse rituelen verscheen recent met aanvullingen van Ernst-Jan Pfauth¹, die de gewoonten van twintig bekende Nederlanders onderzocht.


Net als Currey en Pfauth ben ik ook bovenmatig geïnteresseerd in hoe anderen het doen. Welke notitieboekjes gebruikt iemand? Met welke pennen schrijft diegene? Wat inspireert de kunstenaar? Ik lees graag blogs waarop mensen daarover vertellen, zoals de People and Blogs-serie van Manuel Moreale, of de website Uses This. Dit boek beschrijft in korte stukjes hoe bijvoorbeeld Haruki Murakami het doet. En hoe Jane Austen, F. Scott Fitzgerald en Graham Greene het deden.


Het beste is om af en toe een paar hoofdstukjes te lezen, maar als je gulzig doorleest, begin je wel wat patronen te herkennen. Koffie maken en drinken komt bijvoorbeeld veel terug in de gewoonten van onze creatievelingen. En wandelen. Voor velen blijkt het beoefenen van de kunsten een kwestie van korte sprintjes en lijden in de tussenpozen. Toch vonden ze allemaal een manier om letters op papier te krijgen of verf op het doek.


Soms zijn de dagelijkse rituelen niet zo bijzonder, andere keren zou je willen je dat de biografie iets langer was om echt tot de kern te komen. Maar diepgang is wellicht niet het belangrijkste van dit boek. Het inspireert wel.


De toevoegingen van Pfauth zijn meer dan welkom. Hoe de klassieke schrijvers het deden verschilt namelijk nogal van hoe we het nu doen. De hedendaagse maatschappij draait een stuk sneller, we zijn veel en constant verbonden en afleiding ligt constant op de loer. Dan kun je, zoals Arie Boomsma, elke dag hout gaan hakken. Maar iets gegronder en realistischer is hoe Aaf Brandt Corstius werkt. Ze organiseert zoveel mogelijk deadlines voor zichzelf. Haar advies aan jonge schrijvers is dan ook: "Zorg dat je op een plek komt waar je veel deadlines hebt en veel output kunt leveren. Want je kunt niet gaan zitten wachten op goddelijke inspiratie en één keer per jaar een gedicht schrijven. Ja, dat kan, maar dan wordt het, denk ik, geen carrière."


ree


III.

Hoe doe ik het? Volgens mij heb ik wel wat gewoonten en rituelen die me aan het werk krijgen. Om te beginnen geloof ik niet in snoozen. Er zijn mensen die zo genieten van het geluid van hun wekker, dat ze hem drie of vier keer willen horen. De mijne gaat één keer en dan sta ik op.


Ik begin elke dag om acht uur met werken. Daarmee vermijd ik de spit in het ov en, omdat de meeste mensen na negenen beginnen, geef ik mezelf dat uurtje cadeau om rustig te lezen en mijn todolijst aan te vullen. Mijn taken schrijf ik met een Lamy Safari-vulpen in een MD Notebook van Midori. Ik heb een simpele datumstempel van Trodat waarmee ik elke dag de huidige datum boven het takenlijstje stempel. Ik hou niet van digitale todolijstjes en ik draag ook altijd een los notitieboekje bij me in mijn zak.


Voor mijn gevoel verdwijnen geschreven aantekeningen minder snel dan notities in de digitale brij. Al hou ik in Notion wel een lijstje bij met linkjes die ik later mogelijk wil gebruiken voor mijn blog. Dat lijstje verwijder ik elke week nadat de blog online komt.


Elke ochtend begint met een kop thee. Daarna drink ik nog twee bakken koffie in de ochtend en soms nog een koffie in de middag. Vooral tijdens het thuiswerken vind ik koffie zetten een fijn rustmomentje tussen het schrijven door. Als ik werk, deel ik mijn dag overigens het liefst in tweeën. Interviewen doe ik graag in de ochtend, zodat ik 's middags kan focussen op het schrijven. De praktijk is natuurlijk grilliger, waardoor die ideale routine niet altijd lukt.


Om vier uur stop ik, al wil het wel eens later worden. Dan lees ik tot het avondeten een boek, maak een wandeling, loop hard of ga ik even gamen. In de avonden kijk ik graag een film en als de tv bezet is, lees ik meestal een boek. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet schrijf.



PS.

De BBC biedt een online schrijfcursus aan met Agatha Christie als leraar. Een deepfake weliswaar. Ik blijf er toch enige moeite mee hebben: overleden personen tot leven wekken zonder dat zij zich daar bij leven ooit over konden uitspreken.



Dit is zo’n belachelijk project dat ik het wel moet delen. Een animator (Andymation op YouTube) is van plan om The Fellowship of the Ring volledig om te zetten in flipbook-animaties. Hij heeft 1.600 mensen nodig om het project te realiseren. Zou mooi zijn als het hem lukt. Weer een geweldig project dat niet werkt zonder een internetcommunity.




Is er een acteur met een betere kop dan Willem Dafoe? Dit is een heerlijk kort filmpje van Modern Weekly met een prachtig eindshot.



Dichter bij het Meisje met de parel van Johannes Vermeer kun je niet komen dan met deze scan van Hirox. In 108 miljard pixels vastgelegd, dus je kan tot heel ver inzoomen. Er zijn ook 3D-scans van verschillende delen van het schilderij gemaakt, waarin de klodders verf en de scheurtjes nog meer tot leven komen.



Op NU.nl schrijf ik sinds kort ook wekelijkse blogs. Deze week gaat het over bezwaar maken bij Meta, zodat je persoonlijke gegevens niet gebruikt worden in hun AI-trainingsmodellen. En hoe je linksom of rechtsom toch wel in die modellen terecht komt.



Zo, deze cover van Creep.




Ik ben nu een paar weken vrij, maar ik schrijf door. Volgende week komt er een (wellicht iets korter) reguliere blog en ik heb bedacht om de week daarna weer een reisverslag te schrijven vanaf de West Highland Way, zoals ik ook deed toen ik in Japan was. Met foto's!


¹ Ernst-Jan mailde me met de vraag of hij me een boek mocht toesturen. Hij verlangde geen wederdienst en we maakten geen afspraken over een publicatie. Al paste de inhoud van Dagelijkse rituelen zodanig in mijn straatje dat ik er graag over schrijf!

Je las weekblog №112, geschreven in de periode van 29 april tot en met 4 mei 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

© 2022 Rutger Otto

bottom of page