Ik schoot even in de lach toen Matt Berninger gisteravond All for Nothing speelde in TivoliVredenburg. Dat nummer begint met de tekst: "Standing in the quicksand with a smiling face / I don't mean to bother". Berninger beeldt graag uit op het podium en zo zie ik het zinnetje in Charlie Chaplin-achtige slapstick tot leven komen. Blijven lachen terwijl je wegzakt in de ellende.
Ellende was het concert allerminst. Berninger had zichtbaar plezier in het optreden. Zijn schijnbaar oneindige voorraad blauwe bekertjes (met wodka, leren we later) droegen daar vast en zeker aan bij. De zanger danst er op los en zoekt innig contact met het publiek. Het zit gewoon in hem, dat is bij The National nooit anders geweest. Toch hoopt Berninger zich solo meer los te zingen van het imago dat hij bij The National heeft, zei hij recent tegen Uncut.
Ik kan me voorstellen dat het gewicht van een 26-jaar oude band van je schouders valt als je even iets anders doet. Als je even met andere mensen nummers kan schrijven. In TivoliVredenburg ging een beker wodka de lucht in, over de apparatuur heen, niet zo handig, er viel een versterker uit. Afpoetsen, podium af om een mondharmonica te halen, platen signeren op de eerste rij, het balkom op voor Terrible Love. Een cover van Blue Monday van New Order. Ruimte voor wat paar nieuwe nummers. Ahhh, zegt het publiek als Berninger de werktitel Why Don’t Nobody Love Me? uitspreekt. "Oke, die gaat definitief zo heten", grapt hij. "Moet je zien wat een emoties het losmaakt."
De Nieuwe Teertuinen te Amsterdam (20th century), Willem Wenckebach
I.
"De wereld draaide zo snel rond dat ik er telkens te laat op was gesprongen, in welke levensfase dan ook." Dat schrijft Rob van Essen in zijn roman Ik kom hier nog op terug. Het boek gaat over tijdreizen, of in elk geval over het verleden verdraaien. Door dat te doen kun je de geschiedenis een beetje naar je hand zetten, wat dan weer een soort van tijdreizen is. Het boek verveelt soms zoals de personages zich vervelen, maar dat is dan ook weer de bedoeling. Aan het einde zette het verhaal me toch aan het denken.
Denken over de tijd die vliegt. Over gemiste kansen. Hoe je soms het gevoel kan hebben aan de zijlijn te staan terwijl alles om je heen maar doorgaat. Alsof je steeds te laat op de wereld springt. Rob, de hoofdpersoon van Ik kom hier nog op terug, is zo iemand. Rob baalt zelf een beetje van zijn passieve houding. Hoe vaak schrijft hij niet op dat hij nog ergens op terug moet komen? Hoe vaak baalt hij er niet van dat hij te weinig heeft opgeschreven? Dat hij het belangrijkste niet heeft genoteerd?
Van Essen kan schrijven en deelt de lezer soms uit het niets een klap uit, door iets te schrijven als: "God mag weten hoe tijd werkelijk in elkaar zit, als ze al bestaat, wie weet vindt alles wat het geval is tegelijkertijd plaats en brengt onze geest er een volgorde in aan, maar voor ons is tijd lineair, en dat is niet voor niets, we hebben die volgorde nodig om in ons bestaan te kunnen blijven geloven."
Uiteindelijk is Rob natuurlijk wel de hoofdpersoon van dit boek, die ondanks zijn pogingen om zichzelf buiten de tijd te zetten, tóch de belangrijkste rol heeft gekregen in zijn eigen verhaal. Je kan verzinnen wat je wil, aan dat lot ontkomt niemand.
Â
II.
Het gevoel van de tijd die voorbij vliegt, werd nog eens benadrukt met het verschijnen van Metal Gear Solid Delta: Snake Eater. Dit is een remake van een van mijn favoriete games ooit. Het spel verscheen oorspronkelijk in 2005 in Europa en het verhaal speelt zich af in de jaren zestig, nadat de Amerikaanse president John F. Kennedy is vermoord. Hoofdrolspeler Snake wordt met een geheime missie naar de Russische jungle gestuurd om een nieuwe nucleaire crisis te voorkomen.
Steeds als je de voortgang opslaat in de game, voer je een gesprekje met een personage dat gek is klassieke films. De eerste keer vraagt ze aan Snake of hij bekend is met Godzilla. "In 2024 zal Godzilla 70 jaar bestaan", merkt ze vervolgens op. Dat jaartal lag, toen ik deze Metal Gear Solid op de PlayStation 2 speelde, nog ver in de toekomst. Nu ligt die toekomst ineens een jaar in het verleden.
Deze remake (en hetzelfde geldt voor alle gemoderniseerde games) speelt sowieso met de tijd. De graphics zijn bijvoorbeeld helemaal van nu. De jungle heeft er nooit mooier uitgezien en gezichten van personages zijn gedetailleerder dan ooit. Er is zelfs een ander cameraperspectief toegevoegd dat de gameplay vernieuwt. Maar het leveldesign en de animaties zijn onveranderd en voelen daarmee 20 jaar oud. Die jaren voel je, al zijn de rimpels weggepoetst. Een beetje zoals die scène in The Irishman, waarin een met CGI verjongde Robert De Niro als een oude man iemand in elkaar trapt.
Het doet voor mij geen afbreuk aan de game, ik ben blij dat ik 'm weer eens opnieuw kan spelen. Met deze Metal Gear begon mijn liefde voor de serie en voor Hideo Kojima-games. Nog steeds gebeuren er in deze game dingen die je in geen enkel ander spel tegenkomt. Het combineert droge geopolitiek met de meest waanzinnige Japanse gekkigheid en wonderwel werkt het nog ook.
Â
III.
Ik kom nog even terug op de roman van Rob van Essen. Hij schrijft: "Juist de gebeurtenissen die erom vroegen uitgebreid beschreven te worden, haalden het dagboek uiteindelijk zelden, omdat je meteen nadat het had plaatsgevonden niet de energie of tijd had alles wat gebeurd of gedacht was te noteren; en later kwam je er niet meer aan toe omdat er alweer andere dingen in de wachtrij stonden om genoteerd te worden."
Een dagboek bijhouden is hard werken. Ik loop sinds maart met Field Notes rond, die ik niet als dagboek gebruik, maar waar ik wel dagelijks in schrijf. Lijstjes, herinneringen, boeken die ik nog wil lezen, films die ik nog wil kijken, citaten uit muziek of films. Elke dag schrijf ik erin. Soms een paar regels, soms een paar pagina's vol. Door dit soort kleine boekjes in m'n zak te hebben, kan ik op elk moment iets noteren. Want wat Van Essen schrijft is herkenbaar: als je het niet meteen opschrijft is het weg.
Op The Verge las ik deze week een artikel van Victoria Song over AI-prompts in dagboek-apps zoals Day One, Dagboek van Apple en Journal van Google. Deze apps geven schrijfsuggesties op basis van foto's die je nam of locaties die je bezocht. Het maakt schrijven makkelijker, want het kan best lastig zijn om zelf iets te bedenken.
Maar dat is juist precies de bedoeling, schrijft Song. Daar ben ik het mee eens. Het moet een beetje moeite kosten om iets te noteren, zo word je gedwongen om na te denken over wat je belangrijk vindt. Dat zijn niet altijd de plekken die je bezocht, maar misschien wel wat je vrienden zeiden. Het kost wat meer discipline, maar als je niet steeds voorzetjes krijgt, ga je vanzelf anders (intenser) beleven en rondkijken. Nog een tip van Song en mij: schrijf met pen en papier!
Â
PS.
Kijk eens aan, een nieuwe film van Yorgos Lanthimos. Emma Stone speelt weer mee en ook Jesse Plemons is in Bugonia te zien. De film gaat over twee gasten die diep in de complottheorieën zitten en besluiten de CEO van een groot bedrijf te ontvoeren. Ze denken namelijk dat ze een alien is die de wereld wil vernietigen. Lekker hysterisch plot, de trailer ziet er geweldig uit.
Â
Werner Herzog heeft zelf niet eens een smartphone, maar zit nu wel op Instagram. "Ik kreeg het gevoel dat ik werk en andere dingen met jullie zou kunnen delen."
Â
Regisseur Jim Jarmusch is na The Dead Don't Die (2019) eindelijk terug met een nieuwe film. Hij heet Father Mother Sister Brother en bestaat uit drie verhalen over volwassen kinderen en hun ouders en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Met onder anderen Adam Driver, Cate Blanchett, Vicky Krieps en Tom Waits.
Â
Het was deze week 60 jaar geleden dat Bob Dylan zijn album Highway 61 Revisited uitbracht. Met daarop Like a Rolling Stone, Ballad of a Thin Man en Desolation Row. Draai 'm nog eens om het te vieren, zou ik zeggen. Overigens verscheen deze week een nieuwe single van Dylan: Don't Fence Me In. Het nummer werd vorig jaar opgenomen voor de (niet erg geslaagde) biopic over Ronald Reagan, waarin hij tijdens de aftiteling te horen is.
Â
Je las blog №129, geschreven in de week van 25 tot en met 31 augustus 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.
Werner Herzog heeft niet eens een smartphone, maar zit nu wel op Instagram. "Ik kreeg het gevoel dat ik werk en andere dingen met jullie zou kunnen delen."