top of page
White heron (1827–1838), John James Audubon
White heron (1827–1838), John James Audubon

I.

In de documentaire Hayao Miyazaki and The Heron zegt de inmiddels ruim 80-jarige Japanse regisseur Hayao Miyazaki dat hij films blijft maken, omdat hij er gewoon niet aan kan ontsnappen. De maker móét maken: "Zonder creatie is er niets".


The Boy and the Heron verscheen vorig jaar en dat lijkt toch echt Miyazaki’s laatste film, hoewel je zoiets nooit zeker weet. De documentaire die tijdens de zevenjarige productie van de film is gemaakt, laat vooral de worsteling van de oude kunstenaar zien. Net als Studio Ghibli aan het project begint, sterft Isao Takahata. Hij maakte voor Miyazaki’s Studio Ghibli een paar prachtige films, waaronder Grave of the Fireflies.


De documentaire laat zien hoe Miyazaki zijn grote vriend/rivaal probeert te eren door hem in The Boy and The Heron te schrijven. Maar het valt hem zwaar, ook om zelf op de been te blijven. De storyboards komen maar niet af. En als ze dan eindelijk af zijn, bemoeit hij zich tot in de details met het werk van zijn Ghibli-werknemers die de animaties maken.


Hij past hun potloodtekeningen zelf aan als hij vindt dat ze beter kunnen (en dat kunnen ze bijna altijd). Als een personage in de film bijvoorbeeld een brood snijdt, moet dat brood een beetje meegeven, zoals in het echt. Met dat oog voor detail brengt de grootmeester zijn films al tientallen jaren tot leven. Het is volgens mij onmogelijk om Studio Ghibli open te houden als Miyazaki er niet meer is.


Tijdens het maken van The Boy and the Heron verstrijken de jaren en Miyazaki wordt ouder. Hij is vaker moe: tekenen is een fysiek en mentaal zwaar beroep, zeker op dit niveau. Ruim tachtig jaar is-ie, maar hij werkt nooit op de automatische piloot. "Het is gewoon moeilijk, oké?", verzucht hij terwijl hij weer een stapel schetsen weggooit.


Ik vind dat wel een geruststelling — dat het ook Miyazaki (de beste in zijn vak) na al die jaren niet komt aanwaaien. En dat de documentaire daar eerlijk over is. Zijn producer Toshio Suzuki vraagt zich hardop af waarom Miyazaki in zijn nadagen wéér een film maakt, terwijl het hem zoveel moeite kost. De productie lijkt hem te verzwelgen. Maar op het einde komt de film af. The Boy and The Heron is zijn persoonlijkste film. Studio Ghibli wint er een Oscar mee. Het was het allemaal waard, zegt Miyazaki. Zie ik daar een glinstering in zijn ogen?




II.

Het doek valt dit weekend definitief voor Stripfestival Breda. Jammer, want dat is het leukste festival voor Europese strips en Amerikaanse comics van Nederland. Met veel aandacht voor verkoop van tweedehands boeken, maar minstens zoveel ruimte voor signerende tekenaars van gloednieuwe albums. Het festival is ook de plek waar jaarlijks de prestigieuze Willy Vandersteenprijs wordt uitgereikt, dit jaar gewonnen door Aimée de Jongh voor haar uitstekende bewerking van Lord of the Flies.


Na vijftien edities is het stripfestival niet langer welkom in het Chassé Theater. Volgens organisator Rob van Bavel lukt het steeds minder goed om het theater dagenlang te claimen. Want zolang het festival duurt, kunnen er geen voorstellingen plaatsvinden. Zelfs op het podium staan kramen met boeken. Daarbij was het budget van de organisatie ook niet oneindig, zegt Van Bavel tegen Omroep Brabant.


Het is eeuwig zonde, want op zaterdagochtend nam ik een kijkje en ik trof een enorme menigte stripliefhebbers. Er stonden lange rijen voor tekenaars als Hanco Kolk, Gerrit de Jager, Aloys Oosterwijk, Gerben Valkema, Liam Sharp en ga zo maar door. Ook bij de bakken met strips was het dringen geblazen. Het beeldverhaal is nog lang niet dood, mensen.


Ik had geen zin om te wachten voor een tekening, maar kocht voor een paar euro's wel een bescheiden stapeltje leuke boeken (zie verderop onder het kopje PS). Van Bavel zweert dat er geen doorstart komt van Stripfestival Breda op een andere plek in de stad. Maar als ik iets heb geleerd uit de Marvel-comics (en van Hayao Miyazaki) is dat definitieve eindes soms minder definitief zijn dan ze lijken.



PS.

Het International Literature Festival Utrecht is begonnen en traditiegetrouw is er dan ook een jaarlijkse boekenmarkt op het Vredenburgplein. Mijn buit: Otmars zonen van Peter Buwalda, Het gele huis van Mieko Kawakami, Orbital van Samantha Harvey, Wormmaan van Mariken Heitman en Plat du Jour van Martin Bril (gesigneerd). De komende dagen zijn er nog allerlei lezingen met schrijvers. Fijn dat Utrecht de literatuur viert!



Oh en op het stripfestival kocht ik: V for Vendetta van Alan Moore en David Lloyd, The Dark Knight Returns van Frank Miller en Klaus Janson, Omnivisibilis van Mattieu Bonhomme en Lewis Trondheim, Het model van Baudoin, De arm van de tekenaar van Ole Comoll Christensen en Cowboy John van Jan Vriends.



Erg genoten van deze video, waarin iemand beelden uit Karl Pilkingtons An Idiot Abroad in The Legend of Zelda: Ocarina of Time heeft gemonteerd. Zo lijkt het alsof Pilkington de gevreesde Death Mountain in de game beklimt. Dat is veel beter gedaan dan je zou vermoeden.




GQ heeft een online archief aangelegd met ontwerpen uit de privécollectie van de in 2021 overleden Virgil Abloh.



Jon Stewart spreekt in zijn podcast met Charlie Warzel (schrijver van The Atlantic) over hoe sociale media rampen en de verspreiding van nepnieuws verergeren. Het duurt ruim een uur, maar het is een aanrader.



Je las blog №132, geschreven in de week van 15 tot en met 21 september 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Early Evening (1932–1933), Mikuláš Galanda
Early Evening (1932–1933), Mikuláš Galanda

I.

Joost Zwagerman is al tien jaar niet meer onder ons. Ter gelegenheid van dat jubileum was de documentaire Voor alles bang geweest van Coen Verbraak weer op tv, waarin vrienden en familie herinneringen aan Zwagerman ophaalden. Ik werd er een beetje somber van.


Ik ben geen groot Zwagerman-kenner. Ik las Gimmick! voor Nederlands op de middelbare school en ik keek vaak met plezier naar De Wereld Draait Door, waar hij me enthousiasmeerde voor kunst. In de documentaire van Verbraak zit een fragment waarin we Zwagerman zien vertellen over een werk van Mark Rothko. Het schilderij heeft twee vlakken: zwart en grijs. "Het wonder geschiedt", zegt Zwagerman. "Dit zwart geeft licht als je ernaar kijkt. Dit is nou echt lichtgevend zwart."


Het persoonlijk leven van Zwagerman werd donkerder en manischer, nadat zijn vader een mislukte poging deed tot zelfdoding. Het plantte iets in zijn hoofd, zeggen naasten, waarna hij onlosmakelijk met het thema suïcide verbonden raakte. Het werd een depressie, een worsteling en zijn einde.


In de documentaire wordt Zwagerman als dichter geroemd. In het gedicht Voor alles beschrijft hij zijn angsten. En dat waren er veel. "Ik ben daar bang voor; het melkwegstelsel en alle eeuwigheden, maar ook van een rafelrand in je stoel", horen we Zwagerman zeggen in de film. "Voor alles altijd bang geweest. Hoog in de keel en onverdroten, stupiditeit alom, voor alles altijd bang geweest, maar niet voor jou en niet voor jou. Wie is die jij dan? Misschien wel de dood zelf."


Zwagerman vroeg Wende Snijders om de tekst van het gedicht op muziek te zetten. Dat deed ze pas nadat hij dood was en ze speelde toen een waanzinnige versie bij DWDD. Sindsdien bereikte de tekst een nieuw publiek. Snijders speelde het nummer in Carré met S10. Sef gebruikte een sample van Wende als basis voor zijn eigen nummer Voor alles bang. Dat verscheen op lieve monsters, een album dat ook over angst gaat.


Helemaal verdwenen is Zwagerman dus niet. Hoewel de documentaire de kijker in mineurstemming achterlaat, biedt het troost dat het werk van Zwagerman niet vergaat. Dat kun je lichtgevend zwart noemen.




II.

Beneath the Trees Where Nobody Sees ziet eruit als een prentenboek. Pastelkleuren, pratende dieren in de hoofdrol. Maar vergis je niet: deze comic bevat een paar bloederige moordpartijen. Online wordt het verhaal omschreven als Dexter meets Richard Scarry en daarmee kom je een heel eind.


Wij volgen Samantha, een vriendelijke beer die in een klein, gezellig stadje woont en werkt in een kluswinkel. Af en toe heeft ze een opwelling, dan rijdt ze naar een grote stad en vermoordt ze een willekeurige passant. Ze houdt haar bloederige hobby een heel eind uit de buurt van waar ze woont, totdat iemand anders daar aan het moorden slaat.


Vervolgens begint het mysterie, dat in zes delen verteld wordt. Natuurlijk gaat Samantha zich met de zaak bemoeien, al is het maar zodat zij niet wordt ontmaskerd als seriemoordenaar.


Het zijn de uitersten die dit concept zo uniek maken en zo goed laten werken. Enerzijds die gezellige dieren in waterverf, anderzijds de horror van de moorden. Dat dit de eerste échte strip is van Patrick Horvath, is bizar. Hoe hij sfeerbeelden tekent — en hoe hij daarmee lucht geeft aan het doordenderende verhaal — is uitmuntend.


Beneath the Trees Where Nobody Sees heeft me zeer verrast. Horvath werkt aan een (losstaand) vervolg met de subtitel Rite of Spring. Ik kan niet wachten tot die reeks gebundeld wordt.


ree


PS.

Ik ben in de markt voor een nieuw Gorillaz-album en word op mijn wenken bediend. Op 20 maart 2026 verschijnt The Mountain, waarop Damon Albarn weer een lading artiesten heeft uitgenodigd uit allerlei windstreken. De eerste single heet The Dictator en is samen met Sparks opgenomen. Op het album zijn verder ook IDLES, Johnny Marr, Yasiin Bey en Mark E. Smith te horen.




Marcus Merritt maakt inkttekeningen van (voornamelijk elektronische) objecten uit films. Een telefoon uit North by Northwest, de tv uit Videodrome en een radio uit Godzilla vs Mechagodzilla bijvoorbeeld.



Mooi stuk van Ernst-Jan Pfauth over kijken naar kunst en hoe het je kan raken, kan troosten en hoe je het jouw leven meer diepgang kan geven.


Michael Caine ging al een paar keer eerder met pensioen, maar na The Great Escaper dacht ik dat-ie het meende. De film voelde als een mooie afsluiting voor de carrière van de acteur, die nu op zijn 92ste tóch weer voor de camera wordt gesleept. En wel door Vin Diesel, voor zijn film The Last Witch Hunter 2. Merkwaardig, aangezien het eerste deel bepaald geen hoogvlieger blijkt te zijn.



In het online spel Geoguessr worden spelers op een willekeurige plek in Google Street View gedropt. Ze moeten vervolgens aan de hand van de omgeving bepalen waar ter wereld ze zijn. Vervolgens geven ze dat punt aan op een wereldkaart en hoe dichter ze bij het daadwerkelijke punt zijn, des te meer punten ze verdienen. Er zijn ook wereldkampioenschappen Geoguessr en het is waanzinnig om te zien hoe goed die gasten zijn. Dit zijn de hoogtepunten van dit jaar.



Je las blog №131, geschreven in de week van 8 tot en met 14 september 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Red-backed sandpiper (1827–1838), John James Audubo
Red-backed sandpiper (1827–1838), John James Audubo

I.

Dit is weer een parel uit het YouTube-algoritme. De film LISTERS: A Glimpse Into Extreme Birdwatching gaat over twee broers die besluiten te gaan vogelspotten. "Op een dag werd ik high en vond ik het vogelboek van ons gezin", zegt Quentin Reiser. "En ik dacht hoe vreemd het zou zijn als je al die vogels in dat boek zou kennen. Gewoon hoe bizar dat zou zijn."


Quentin ziet eruit als een stoner, hij praat als een stoner en hij denkt als een stoner. Hij heeft nauwelijks verstand van vogels, maar weet zijn broer Owen toch aan te steken met het vogelaarsvirus. Ze pakken het groots aan en stappen in een minivan om een jaar lang rond te trekken in de Verenigde Staten met geen ander doel dan vogelen en filmen.


Het levert een documentaire op van bijna twee uur waarin homevideo-achtige beelden worden afgewisseld met fantastische shots van prachtige vogels. De broers komen terecht in een wereld van zeer fanatieke vogelaars, die alles op alles zetten om zoveel mogelijk soorten te zien. De competitie speelt zich vooral af via de app eBird, waar mensen een positie op de ranglijst halen door vogels af te vinken (ha!). Een soort Pokémon: verzamel ze allemaal.


Ik vind het een absurde gedachte dat LISTERS is gemaakt door twee amateurs met een belachelijk idee en dat er vervolgens zo’n heerlijke film uit komt. De passie straalt er vanaf, het is geestig (soms tegen het flauwe aan) en de documentaire heeft een flinke vaart. De broers stippen ook de keerzijdes van hun onderneming (en van extreem vogelen) aan. Nadat ik de video een paar keer voorgeschoteld kreeg door YouTube, gaf ik me eraan over met de gedachte om even een paar minuten te kijken. Vervolgens kon ik niet meer stoppen.




II.

Let op, hier volgen spoilers voor Suske en Wiske. Het album De helden van Amoras 1, om precies te zijn. DAT ALBUM WAAR SUSKE EN WISKE KUSSEN. De wereld stond op z'n kop toen het bekend werd. Terwijl ze elkaar in 1947 ook al eens stevig zoenden, maar dat terzijde.


De helden van Amoras is een nieuwe spinoff-serie van Marc Legendre en Charel Cambré. Zij maakten al eerder de stripserie Amoras. Ook met Sus en Wis, ook gericht op een oudere doelgroep. De makers wisten wat ze deden door Suske en Wiske zoenen op de kaft te zetten, natuurlijk. Overal in de media verschenen verhalen en reacties. Het zou in hun tachtigjarig bestaan nog nooit eerder zijn gebeurd, voxpopjes op straat filmden geschokte passanten. "Ik dacht dat ze broer en zus waren", is een veel gehoorde reactie.


Je kunt dezelfde reactie zelfs ín de strip lezen, als een van de gasten van een café Suske en Wiske elkaar rond de nek zien hangen. Legendre en Cambré wisten uiteraard wat hun stunt teweeg zou brengen. Gratis publiciteit! En toch... ze durven het niet helemaal aan om Suske en Wiske te laten zoenen. Want in werkelijkheid zijn dit onze helden helemaal niet, maar schurken in vermomming die Suske en Wiske er proberen in te luizen.


Veel bizarder dan de kus vond ik het om Suske (de echte) in een martelcontainer te zien zitten. Een martelcontainer! Dat is in tachtig jaar Suske en Wiske écht nog niet eerder gebeurd. Maar daar hoor je dan weer helemaal niemand over.


ree


III.

Na de dood van David Lynch las ik zulke mooie verhalen over wat Twin Peaks voor fans had betekend. Die tv-serie is magisch en hoewel het aan de wieg stond van heel veel andere shows, kan niets tippen aan Twin Peaks. Het is te vreemd. Te ongrijpbaar. Dat maakt het zo'n heerlijke serie om over te schrijven en dat houdt tegelijkertijd de geest en wereld van David Lynch in leven.


Twin Peaks is zo'n serie waar je niets mee kan óf het neemt je leven over. Er zit niets tussen. If you know, you know. Met plezier kijk ik naar urenlange essays over de serie of lees ik er boeken over. Als het klikt, dan ben je mijn soort mens. Mark Moorman en Alex Mazereeuw zijn dus mijn soort mensen. Zij zetten aflevering acht van Twin Peaks: The Return (uit 2017) op 1 in hun Volkskrant-lijst van de zestig beste afleveringen van series die deze eeuw verschenen.


"Lynch neemt ons letterlijk mee in die ‘geboorte’ van het kwaad, door de camera diep in de explosie te laten gaan", schrijven ze. "Het kwaad was nooit zo mooi als in deze aflevering, en gaf ineens een heel nieuwe context aan de toch al ongrijpbare mythologie van de serie. Met dit avant-gardistische meesterwerk toonden Lynch en Frost opnieuw dat de grenzen van wat mogelijk is op televisie altijd nog verder op te rekken zijn. Van alle overdonderende, ontroerende, grappige, onvergetelijke series was dit de aflevering die ons bij elke kijkbeurt opnieuw totaal ontredderd achterliet."


God ja, aflevering acht van dat derde seizoen. Ik wist niet wat ik zag. Een atoombom en allerlei vervreemdende zwartwit-beelden. Ik begreep er niets van, maar ik genoot met volle teugen. Pure kunst. Twin Peaks-medebedenker Mark Frost beschrijft het wonder aan de Volkskrant: "David kon hierin natuurlijk uitblinken als geen ander. De nucleaire explosie besloeg in het script amper een alinea, maar David heeft dat omgevormd tot dertien van de adembenemendste minuten televisie ooit. Ik denk dat het een van de beste dingen is die hij ooit heeft gemaakt, en dat wil wat zeggen, met zijn oeuvre."

Ik zocht voor de gein nog wat artikelen op van tv-recensenten die hier toen chocola van moesten maken. "After this bewilderingly brave and groundbreaking hour of television, David Lynch has outdone himself", schrijft Dan Martin in The Guardian. "What an unforgettable journey." Matt Zoller Seitz schrijft voor Vulture: "The eighth episode of Twin Peaks: The Return is one of the greatest hours of television I’ve ever seen: horrifying, horrifyingly beautiful, thought-provoking and thought-annihilating; a work that owes as much to expressionistic and surreal painting, musical performance, and installation art as it does to narrative and experimental cinema."


En Noel Murray meldt op The New York Times: "There's nothing to point to in the history of television that helps describe exactly what this episode attempts. Not even the jarring nightmare sequences from the original series were anything like this hour, which jumps around in times and space in ways that at times seem almost like free association."


Er is niets zoals Twin Peaks. Ik heb meteen weer zin om te kijken.




PS.

Het beste nieuws van deze week: Radiohead keert terug! Na zeven jaar kondigt de band ineens twintig concerten voor komend najaar aan. Daar blijft het voorlopig bij. Nederlanders moeten helaas naar het buitenland. Ik hoop uitgeloot te worden voor een concert in Berlijn, maar het mooiste zou zijn als Radiohead de smaak weer zodanig te pakken krijgt, dat ze hun tour uitbreiden en Amsterdam meepakken. (Ik durf niet eens te dromen van een nieuw album.)



Matt Berninger stond in TivoliVredenburg en had het zeer naar zijn zin. Daar zullen de bekers wodka ongetwijfeld aan hebben bijgedragen, maar ook de afwezigheid van hoge verwachtingen die bij een concert van The National horen. Ik schoot even in de lach tijdens All for Nothing. Dat nummer begint met de tekst: "Standing in the quicksand with a smiling face / I don't mean to bother". Berninger acteert zijn teksten graag op het podium en zo komt de zin in Charlie Chaplin-achtige slapstick tot leven. Blijven lachen en nog even zwaaien terwijl je langzaam wegzakt in de ellende. Geweldig concert. Op Ticketswap lukt het misschien nog om een kaartje te kopen voor het tweede concert in Utrecht, komende dinsdag.



Chloé Zhao verfilmt Hamnet, gebaseerd op een roman van Maggie O’Farrell. Het gaat over William Shakespeare en zijn vrouw Agnes in de periode nadat hun 11-jarige zoon overlijdt. Met Paul Mescal en Jessie Buckley. Vanaf eind januari in de bioscoop.




Journalist Alissa Wilkinson bezocht de Sphere in Las Vegas. Dat is die enorme bol die aan de binnen- en buitenkant uit schermen bestaat. U2 trad er op en nu kun je er ook films kijken. Nu is The Wizard of Oz uit 1939 bewerkt om daar te kijken. Dat is een bijzondere ervaring, schrijft Wilkinson. Al klinkt het ook als een nachtmerrie. "There is something disconcerting about this particular Wizard of Oz: it suggests that in the future, every artist’s choices could be reversed, altered or ripped to shreds, then presented by their corporate owners as if they’re essentially the original, just zhuzhed up a bit for a new century."



Hier een stukje inspiratie van Harvard-professor Arthur C. Brooks. Hij zegt: "Verveel jezelf wat meer". Daar zijn we slecht in, want we vullen elk loos moment op de dag met onze telefoon, een podcast of een filmpje.




Wat zijn essays van Bas Heijne toch altijd een feest om te lezen: "Je zou het bijna vergeten, maar ooit was de VVD kampioen weglachen. Aangevoerd door Mark Rutte ('Hééé!') en Gerrit Zalm werd iedere oppositie en kritiek jarenlang vrijwel achteloos verpletterd onder een stoomwals van liberale bonhomie." Een stoomwals van liberale bonhomie!



Door deze video kreeg ik zin om een Kindle te kopen, om alle redenen die niets met Amazon te maken hebben. (Maar ik koop er geen.)



Je las blog №130, geschreven in de week van 1 tot en met 7 september 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

© 2022 Rutger Otto

bottom of page