top of page

Mooi dat dit soort archiefprojecten bestaan. De Video Game History Foundation heeft de rechten gekocht van het oude Amerikaanse gamemagazine Computer Entertainer. Vervolgens hebben medewerkers de boekjes gescand en geüpload. Heerlijk om digitaal doorheen te bladeren.



In navolging van Reddit-hit r/place is er nu Wplace. Op een wereldkaart kun je pixels inkleuren zodat kunstwerken ontstaan. Op het Reddit-project ontstond zowel samenwerking als strijd om ruimte op een beperkt canvast te claimen, in dit geval zie je veel lokale werken ontstaan binnen landsgrenzen. In Utrecht zijn uiteraard een paar Nijntjes te zien, maar ook een aantal Pokémon, de Dom en logo’s van bijvoorbeeld HKU en de Visdeurbel.

The machine man (1925), Albert Daenens
The machine man (1925), Albert Daenens

I.

Stepfanie Tyler schrijft op haar Substack een artikel over het belang van curatie en onderscheidingsvermogen (via Erwin van der Zande). We leven in tijden van overvloed. Dankzij het internet kunnen we alles opzoeken, dankzij AI kunnen we alles laten maken. Dat heeft veel voordelen, maar het schept ook het gevaar om in weelde te verzuipen.


Ik kan je aanraden om het hele artikel te lezen. Tyler schrijft in aanstekelijke oneliners. "Curatie is zorg. Daarmee laat je zien: ik heb hierover nagedacht. Ik heb dit gekozen. Ik heb het niet zomaar gedeeld. Ik heb niet simpelweg de trendmatige mening nagekauwd. Ik heb de tijd genomen om te bepalen wat de moeite waard was om door te geven."


Dat is volgens mij wat je jezelf oplegt als je een eigen blog start. Het is in elk geval wat ik probeer te doen. Wat ik wil delen filter ik en zet ik online. De lezer doet ermee wat-ie wil, ik schrijf over wat mij op dat moment bezig houdt. Soms is dat wandelen in Schotland, soms een boek van Carry Slee, soms een album van Christopher Owens waar niemand het over heeft.


Iedereen die veel online is (ik ook) krijgt te maken met algoritmes, suggesties op maat, trends en hypes. Da's niet altijd erg. Het gaat erom dat je oefent om zelf wat vaker stil te staan bij wat je ziet en vindt. Het internet blijft een constante stroom aan prikkels door je ogen pompen en als je niet oppast verwerk je zelf steeds minder.



II.

Mijn gewaardeerde collega Jeroen Kraan stuurde me dit artikel over kunstmatige intelligentie. Het beschrijft hoe wij vaak menselijke eigenschappen projecteren op niet-mensen. We zien een gezichtje in het vooraanzicht van auto’s, we zien honden naar ons lachen en praten tegen ChatGPT alsof het een vriend is. (Ik moet ook vaak oppassen dat ik niet naar een AI-model verwijs in hij/zij-vorm.)


Er is natuurlijk niets menselijks aan een AI-chatbot. Ze berekenen wat antwoorden bij elkaar zonder enige vorm van werkelijk begrip. In sommige dingen zijn ze heel goed, in andere dingen niet. De afgelopen week speelden de beste AI-chatbots van OpenAI, Google en xAI tegen elkaar en het niveau sloeg eigenlijk nergens op. Ik schreef erover op mijn blog voor NU.nl.


Er zijn schaakcomputers die specifiek zijn ontworpen om heel erg goed te schaken. Die zijn praktisch onverslaanbaar — de beste menselijke spelers ter wereld beamen dat. Maar uiteindelijk maakt ook dat niets uit. We gaan niet naar een concert van Taylor Swift om haar loepzuiver te horen zingen, schrijft Adam Mastroianni in zijn artikel, "we gaan omdat we de mens erachter waarderen".


Daarom ziet hij ook geen nut in het gebruiken van AI om een essay te schrijven. "Net zoals het onzin is om een vorkheftruck mee te nemen naar de gym", schrijft hij. "Natuurlijk kan die gewichten heffen, maar ik probeer niet voor de lol een halter van de grond te halen. Ik til hem op omdat ik het soort persoon wil worden die dat kan. Net zoals ik schrijf omdat ik het soort mens wil worden dat kan nadenken." Schaakmat!




III.

Ik wist dat Amerikaanse rivierkreeften hier in Nederland een probleem waren, maar als ik dit soort beesten kan negeren zal ik dat altijd doen. Tot ik deze week de metro uitliep in Amsterdam en er een pontificaal op de stoep zat. Ik dacht eerst dat het een tak was. Deze rivierkreeft zat doodstil met zijn scharen in de lucht. Klaar om aan te vallen.


De rivierkreeften zitten niet alleen meer in buitengebieden, ze krioelen nu ook in stadse wateren en steken de wegen over. Kortom: voordat je het weet zitten ze in je huis.


Ik heb proberen op te zoeken hoeveel van dit soort Amerikaanse rivierkreeften er naar schatting in Nederland te vinden zijn. Dat heb ik niet kunnen vinden, waarschijnlijk omdat er geen beginnen aan is. Nieuwsuur had een paar weken terug een uitzending over het probleem van de rivierkreeft. Een paar mannen staan in het water naast een golfbaan en ik zie ze emmers vol kreeften opvissen. Iets verderop in het item vertelt een onderzoeker van de Wageningen Universiteit dat elke week honderden kilo's rivierkreeften uit de sloten van de polder van Lekkerkerk worden gehaald.


De invasieve exoot is al decennialang een probleem in Nederland, maar de afgelopen jaren loopt het echt uit de hand. Het is niet vijf voor twaalf, maar vijf minuten óver twaalf, als we het waterschap Delfland mogen geloven. Het is een plaag en ze richten schade aan in de natuur. Niet alleen loopt het waterkwaliteit terug, ook schaadt hun gegraaf oevers, dijken en kades. En verwoesten planten en vermoorden kikkers.


Er worden inmiddels ladingen rivierkreeften afgeleverd bij restaurants, maar we eten er blijkbaar niet genoeg. Er bestaat nog een ander mooi systeem: vallen waarin rivierkreeften in een soort natuurbad belanden, zodat vogels (of mensen) ze makkelijk kunnen pakken. Dat ziet er zo uit:




PS.

Columnist Rafael Behr van The Guardian schrijft over de rust die ontstaat als je offline gaat. Niet per se nieuwe inzichten, maar ik waardeer het dat mensen nieuwe manieren blijven vinden om het gevoel van verandering te beschrijven. Behr doet dat mooi: "The benefit isn’t immediate. The cacophony rings in your ears for a few days before you notice the stillness, the change in tempo. It is the difference between gliding on thermal currents of private thought and hurtling along rails, propelled by the burning urgency of other people’s opinions. The contrast is even starker in reverse, the roar of the tunnel as you go back to work, the jostle of notifications, the bowed head, scrolling the horizon away."



Koffiekenner en YouTuber James Hoffmann kocht een van de koffiezetapparaten die werden geveild uit het persoonlijke bezit van David Lynch. Het is een elektrische mokkapot, de Espresso Minibar van het merk Velox Ferrara. Het apparaat komt uit de jaren '70 en heeft de uitstraling die bij dat decennium past. Maar of Lynch hem vaak heeft gebruikt... waarschijnlijk niet.




Een van de makers van het internetcultfenomeen Mastermovies is Merijn Scholte Albers. Tegenwoordig is hij vooral bekend als de helft van het elektronische muziekduo Weval, maar lollige films maken zit blijkbaar nog steeds in zijn bloed. Scholte Albers heeft nu STRAF geregisseerd, een Nederlandse komediefilm over een muziekdocent op een middelbare school die constant wordt getreiterd. Tot-ie het zat is.




Ik hou van vuurtorens. Als bakens voor de verloren zeemannen. Het mysterie rondom het eenzame bestaan van de vuurtorenwachter. De metershoge golven die tegen de kliffen beuken. Dit leven werd tot mythische proporties uitvergroot in Dave Eggers’ film The Lighthouse. Op het BBC Archive staat nu een documentaire uit 1973 over het leven en werken op de laatste Engelse vuurtoren. (Via Henk van Straten.)



Je las blog №126, geschreven in de week van 4 tot en met 10 augustus 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Columnist Rafael Behr van The Guardian schrijft over de rust die ontstaat als je offline gaat. Niet per se nieuwe inzichten, maar ik waardeer het dat mensen nieuwe manieren blijven vinden om het gevoel van verandering te beschrijven. Behr doet dat mooi: "The benefit isn’t immediate. The cacophony rings in your ears for a few days before you notice the stillness, the change in tempo. It is the difference between gliding on thermal currents of private thought and hurtling along rails, propelled by the burning urgency of other people’s opinions. The contrast is even starker in reverse, the roar of the tunnel as you go back to work, the jostle of notifications, the bowed head, scrolling the horizon away."

© 2022 Rutger Otto

bottom of page