top of page

134. Ik luister alleen nog maar naar Geese

  • Foto van schrijver: Rutger
    Rutger
  • 5 okt
  • 4 minuten om te lezen
Flock of Geese (ca. 1883), Elizabeth Nourse
Flock of Geese (ca. 1883), Elizabeth Nourse

I.

Cameron Winter, onthoud die naam. Ik leerde hem kennen met zijn vorig jaar verschenen soloplaat Heavy Metal, maar hij is ook de frontman van de New Yorkse band Geese. En hun nieuwe album Getting KilledĀ staat me hier een partij op repeat. Wat een unieke, vreemde en verfrissende muziek.


Winter is 23 jaar, maar klinkt als een combinatie van Rufus Wainwright en Mick Jagger. Het is een stem waar je misschien even aan moet wennen, daarna krijg je er geen genoeg meer van. Op Heavy Metal klinkt hij melancholisch en is hij niet bang voor een emotionele pianoballad. Luister eens naar $0, een van mijn favorieten (en wat een video). "Fuck these people, I'm not here", zingt hij. "You're making me feel like I'm a zero dollar man." Is het dan allemaal waardeloos? Later zingt hij: "God is real, I'm not kidding, God is actually real". Erg overtuigend klinkt hij niet.


In Getting KilledĀ van Geese zit een stuk meer energie. Het eerste nummer TrinidadĀ klinkt als experimentele jazz, met een bijna onnavolgbaar ritme, waarop Winter je wat meanderend verwelkomd, om vervolgens een paar dreunen uit te delen. Hij nodigt je uit: "Get in, let's drive", en schreeuwt dan: "There's a bomb in my car!"


De meeste nummers houden je op het puntje van de stoel. Geese doet niet per se aan catchy refreinen en logische structuren. De band jamt, Winter herhaalt zijn regels. "They may say that our love was only half real, but that's only half true", zingt hij in Half Real. Je kunt net lekker in een nummer zitten en dan eindigt het plotseling. Wel even blijven opletten, niet te comfortabel raken.


Ik heb een zwak voor het nummer Au Pays du Cocaine. Vanwege het nostalgische geluid misschien. Vanwege de opbouw. En vanwege de manier waarop Winter op bijna Nick Cave-achtige manier een relatie bezingt die niet werkt, maar waarvan hij niet kan accepteren dat het afloopt.


De muziek van Geese is ongrijpbaar, Winters is een enigma. Onthoud die naam!




II.

Het is misschien oneerlijk om naar een nieuwe film van Paul Thomas Anderson te gaan en te verwachten dat je een meesterwerk gaat zien. Maar daar heeft hij het natuurlijk wel zelf naar gemaakt, met films als There Will Be Blood, The Master en Phantom Thread.


One Battle After Another maakt de hoge verwachtingen waar. Dat is eigenlijk het enige wat je hoeft te weten om nu naar de bioscoop te rennen, mocht je dat nog niet hebben gedaan. Ga niet naar een lullig achterafzaaltje, maar kies het grootste scherm dat je kan vinden.


Doe dat bijvoorbeeld voor de achtervolgingen in deze film. Er is er één op een rechte weg die tóch spannend is, waarvan je het gevoel krijgt in een achtbaan te zitten. Sowieso zit er een voortdurende vaart in de film, dankzij vlot camerawerk en fenomenale (en zeer aanwezige en nerveusmakende) muziek van Radioheads Jonny Greenwood.


Ik vergeet te vertellen waar de film over gaat. Leonardo DiCaprio speelt Bob, een bankhangende stoner. Bob woont met zijn dochter op een onderduikadres in de bossen, omdat hij vroeger deel uitmaakte van een groep radicale revolutionairen. Als een oude vijand (Sean Penn met een legendarische rol als het pure kwaad) na jaren opduikt en zijn dochter vermist raakt, moet Bob haar zien te redden.


Hij tuimelt vervolgens van de ene situatie in de andere. Hij rolt de levens van allerlei memorabele personages binnen, waaronder die van 'Sensei' Sergio St. Carlos (Benicio Del Toro). Deze karateleraar neemt de paranoïde Bob onder zijn hoede, terwijl hij in alle kalmte zijn eigen revolutie met een groot ondergronds netwerk in goede banen leidt. Er gebeurt veel in deze film en Bob probeert er wel chocola van te maken, maar grappig genoeg draagt hij zelf helemaal níéts bij aan de uitkomst van wat dan ook in deze film.


One Battle After Another is in de kern een vader-dochter-verhaal, maar het gaat net zo goed over (het omverwerpen van) de macht. Het is popcornvermaak Ʃn politiek Ʃn een rake schets van de huidige tijdsgeest. Iedereen in deze film heeft wel iets om voor te vechten. Voor idealen, voor de lol, voor migranten en voor familie.




PS.

Radioheads Kid A is 25 jaar oud. Om het te vieren heb ik 'm weer eens geluisterd. Steeds als ik dat weer doe en het is een tijdje geleden, sla ik weer stijl achterover van hoe goed het album is. Dat begint al bij de eerste tonen van Everything In Its Right Place. Perfectie.



De Nederlandse muzikant Eddie van der Meer liep in april van dit jaar 650 kilometer door Japan. Hele dagen wandelen, van Tokio naar Osaka. Hij maakte er een bijzonder rustgevende video van: een uur lang Japan-FOMO.




Nick Cave schreef in 2009 het boek The Death of Bunny Munro, over een deur-tot-deurverkoper die verslaafd is aan alcohol en vrouwen. Als zijn vrouw overlijdt, neemt Bunny Munro zijn zoon mee op roadtrip rond Brighton. Op zoek naar genade. De roman is bizar en obsceen, maar Sky durft het aan er een tv-serie van te maken. Ik ben benieuwd hoe ver ze durven gaan. Met Matt Smith in de hoofdrol.




Er komt een tweede film van The Simpsons, twintig jaar na The Simpsons Movie. Ik heb een zwak voor de tv-serie en kijk nog steeds regelmatig, al liggen de hoogtijdagen lang achter ons (toen Conan O'Brien nog scripts schreef). In 2027 komt de film uit.





Hier ben ik heel gevoelig voor.



Je las blog ā„–134, geschreven in de week van 29 september tot en met 5 oktober 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbriefĀ om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Ā 
Ā 
Ā 

Opmerkingen


© 2022 Rutger Otto

bottom of page