top of page
Académie impériale de musique (Théatre de l’Opéra) (1850-1859), Jean Baptiste Arnout
Académie impériale de musique (Théatre de l’Opéra) (1850-1859), Jean Baptiste Arnout

I.

Regisseur Pablo Larraín weet ze wel uit te zoeken: wereldberoemde vrouwen die verwikkeld raakten in tragedie. Hij maakte al films over Jackie Kennedy en Diana Spencer en maakte recent zijn trilogie compleet met een biopic over Maria Callas.


In Maria wordt de operazangeres gespeeld door Angelina Jolie. Het was al even geleden dat ik Jolie in een film zag en ze blies me hier echt weg als de diva, die het einde van haar leven eenzaam, pillen slikkend en geplaagd door gezondheidsfalen doorbrengt. Jolie brengt enerzijds de flair van een megacelebrity in haar rol, maar speelt ook weergaloos het gebarsten masker van de prima donna — en de pijn die door de scheuren sijpelt.


Wat is een operazangeres nog zonder haar stem? Callas ís haar stem, dat wordt haar in elk geval steeds gezegd. En als ze haar stem verliest, weet ze zich geen raad meer. Het enige wat ze wil is geprezen worden, aanbeden. Ze gaat naar het café, niet om iets te eten, maar om gezien te worden.


Larraín maakt ook van Maria geen standaard biografisch werk. Doordat Callas verslaafd is geraakt aan Mandrax, begint de werkelijkheid zich met een droomwereld te vermengen. De medicijnen zorgen voor hallucinaties die flashbacks opleveren naar haar verleden. Daardoor maak je niet alleen de laatste dagen van de zangeres mee, maar krijg je ook in grove lijnen haar levensverhaal mee. Het werkt wonderwel.


Uiteindelijk is het een droevige film. Ik moest tijdens het kijken wel eens denken aan Sunset Boulevard, want Jolie speelt een Norma Desmond-achtige figuur. Maar zoals Peter Bradshaw schrijft in zijn recensie voor The Guardian, is het verhaal van Callas eigenlijk wreder. Desmond raakte in de vergetelheid nadat de filmindustrie haar dumpte, maar de sterrenstatus van Callas bleef enorm. Ze kon er alleen zelf niet meer aan voldoen.




II.

Eigenlijk wilde ik nog even wachten met het kopen van een Nintendo Switch 2. Volgende week komt Death Stranding 2 namelijk al uit. Maar dankzij een ouderwetse impulsaankoop kreeg ik 'm deze week toch binnen. Samen met mijn nieuwe verslaving: Mario Kart World.


Nu zou ik mezelf niet de grootste Mario Kart-fan noemen. Van alle games in de serie heb ik me nog het meest gewaagd aan Mario Kart 64, dé game die ik vroeger bij vrienden speelde met een Nintendo 64 (die ik zelf niet had). Ook latere delen zijn grotendeels aan me voorbij gegaan, op Nintendo-monsterhit Mario Kart 8 na natuurlijk. Dat is met 68 miljoen verkochte exemplaren met afstand de bestverkochte Switch-game. Maar ook daar ben ik nooit helemaal verslingerd aan geraakt.


Mario Kart World heeft voor het eerst een open wereld, die alle racebanen aan elkaar verbindt. Soms rijd je van het ene naar het andere parcours en dan is dat ritje de race. En de wereld leeft: je rijdt tussen een kudde zebra's, er springt een enorme walvis uit het water waar je overheen rijdt en Rainbow Road is een adembenemend spektakel tussen de sterren. Je wordt als speler constant beloond. Op de Japanse manier: met stempels en stickers. Je kan er verder weinig mee en toch wil je ze hebben.


De verslaving zit 'm in de online multiplayer. Op de eerste dag haalde ik de Switch 2 aan het begin van de avond uit de folie, startte Mario Kart World op, reed een baan op met een vriend en voor we het wisten was het middernacht. Het is pure chaos, het is schelden, het is lachen: precies zoals het moet bij Mario Kart. En misschien wel de briljantste modus is Knockout Tour. Je begint met 24 spelers en bij bepaalde checkpoints vallen er steeds vier mensen af, tot de laatste spelers strijden om een eerste plek. Ik kan niet stoppen.



PS.

Joan Didion was de Koningin der Essays, maar gaf zichzelf daar nooit helemaal in bloot. Er bestond enige afstand tussen haar werk en privéleven. Het is daarom interessant dat haar persoonlijke aantekeningen nu zijn gebundeld in Notities voor John (origineel: Notes to John). Zowel de Volkskrant als NRC hebben mooie besprekingen. In allebei de stukken wordt stilgestaan bij de vraag of deze zeer persoonlijke notities überhaupt gepubliceerd moesten worden. En als je weet dat het waarschijnlijk niet de bedoeling was: moet je ze dan wel lezen?



Je ziet de Muppets bijna altijd vanaf hun middel, omdat de poppenspelers daaronder verstopt zitten. Maar soms zie je Kermit op een fiets, Rizzo die ergens vanaf springt of Gonzo aan een slinger. Hoe deden ze dat? Waar zijn de poppenspelers? Kijk deze video en je weet het. Heerlijk stukje technisch vernuft en een beetje filmmagie.




Deze zag ik niet aankomen: er komt na 40 jaar een vervolg op ruimtekomedie Spaceballs. Levende legende Mel Brooks (98 jaar inmiddels) zal er weer in te zien zijn, maar opvallender: Rick Moranis ook. Die acteur, uit jaren tachtig-klassiekers als Little Shop of Horrors, Ghostbusters en Honey, I Shrunk the Kids, is sinds 1997 niet meer op het witte doek verschenen. Nadat zijn vrouw overleed, nam hij afstand van zijn acteerwerk om voor zijn kinderen te zorgen. Hij is nu blijkbaar klaar om weer mee te doen.




Er is een trailer van Springsteen: Deliver Me From Nowhere. Met Jeremy Allen White in de rol van The Boss. Bruce Springsteen was zelf een paar keer aanwezig op de set. Hij vermaakte zich daar prima, maar bleef soms expres thuis. "Als er een heel persoonlijke scène werd opgenomen, wilde ik de acteurs volledige vrijheid gunnen en hen niet in de weg staan", zegt hij tegen Rolling Stone. Ik ben benieuwd, de eerste beelden smaken naar meer.




De familie Trump brengt in het najaar een telefoon op de markt. Een gouden gedrocht, helemaal MAGA-gemerkt. In mijn blog op NU.nl schreef ik erover.


Je las blog №119, geschreven in de week van 16 tot en met 22 juni 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Chichibu Minano no yu (Evening at Minano, Chichibu) (1946), Kawase Hasui
Chichibu Minano no yu (Evening at Minano, Chichibu) (1946), Kawase Hasui

I.

Fotograaf en blogger Craig Mod trekt in 2021 zijn schoenen aan en begint aan een wandeltocht van bijna 500 kilometer over het Japanse schiereiland Kii. Mensen die Mod kennen, weten dat dit is wat hij doet: gigantische afstanden lopen en daarbij jaloersmakend mooie teksten en beelden maken.


In zijn boek Things Become Other Things schrijft hij daar zelf over: "Ik fotografeer mensen die ik ontmoet, de dingen die ik zie, de banaliteit van het leven. Ik dicteer mijn observaties en gedachten in een geluidsopname, praat tegen mezelf als de tassenvrouw die door onze buitenwijken zwierf, die langs onze huizen liep. Elke avond kost het me drie of vier of vijf uur om de foto's te sorteren, mijn notities op te stellen, de was te doen, te praten met pensionhouders, een archief aan te leggen. Waar blijft het allemaal? Hier, je houdt het nu vast."


Het boek is een verzameling vignetten van Mods belevenissen in Japan, zijn schrijven is gericht aan jeugdvriend Bryan, die op jonge leeftijd omkwam. Wandelen is nu eenmaal meditatief en reflectief van aard en daarmee een perfecte bezigheid om herinneringen op te halen en te verwerken. De ondertitel 'a walking memoir' is goed gekozen. Mod neemt je namelijk niet alleen mee over het schiereiland, maar vertelt ook veel over zichzelf.


Dat doet hij nietsontziend, zonder opsmuk. Een van de mooiste scènes in het boek gaat over hoe hij als kind altijd het aanbod van zijn opa afsloeg om samen te wandelen. Hij vroeg het elke keer, maar nooit ging Mod mee. Angst, schrijft hij, dat is wat hem ervan weerhield om zijn opa dat plezier te gunnen. Veel later in zijn leven bezoekt Mod zijn grootvader weer, ze eten in een restaurant en in de auto terug naar huis pakt Mod zijn hand. "Later, weer thuis, hoorde ik het hem aan mijn moeder vertellen, Craig hield mijn hand vast. Hij huilde. Dit domme ding, de hand vasthouden van een oude man. Ik wist dat hij er snel niet meer zou zijn (en dat was zo)."


Het wordt gaandeweg wel duidelijk dat Mod niet in de makkelijkste buurt opgroeide. Dat het niet zo vanzelfsprekend is dat hij heeft bereikt wat hij heeft bereikt. In een bijzinnetje beschrijft hij hoe je jeugdvrienden verliest, hoe wegen scheiden; de ene leidt naar geluk, de ander naar de afgrond. Mod neemt de ruimte voor dit soort thema's, maar wisselt die af met fart-jokes en luchtige ontmoetingen, waardoor het geen zwaar boek wordt.


Things Become Other Things is een genot, al was het maar vanwege dit soort zinnen: "The meat machine my consciousness inhabits feels well-oiled, irrepressible, and unyielding to these puny mountains." En dan heb ik het nog niet eens gehad over de prachtige zwart-witfoto's die het boek rijk is.


Things Become Other Things van Craig Mod.
Things Become Other Things van Craig Mod.

II.

Achterin zijn boek schrijft Craig Mod trouwens over de lettertypes die hij in zijn boek gebruikt. Daar word ik blij van. Rob van Barneveld doet dat ook in zijn nieuwe boekje De Gouden Poes, dat ik zaterdag bij hem kocht tijdens de Utrechtse MUS. Achterin staat een korte making of waarin hij beschrijft welke pennen en potloden hij gebruikte. Van Barneveld dwingt zichzelf de laatste tijd vaker om analoog te tekenen. "Ik heb mijn iPad weggedaan om mezelf ertoe te dwingen", zegt hij.


De Gouden Poes is een kinderboekenstripalbum dat zich afspeelt in Utrecht, over een tovenaar die samen met zijn poes in de Dom woont. Een kaboutertje stoot een potje met toverdrank om (altijd weer die kaboutertjes) en daardoor verandert de poes in goud, waarna hij avonturen beleeft in de stad. Lekker droogkomisch verteld en heel mooi small press uitgegeven.


Op dezelfde Utrechtse MUS kocht ik het nieuwe boekje van Bob op 't Land: De Allerbeste Baby Aller Tijden, over de geboorte van zijn eerste kind. Ik vind Op 't Land een van de grootste striptalenten van Nederland, met een volledig eigen stijl (en nu pas voor het eerste een boekje bij een uitgever). Zijn zelf uitgegeven autobiografische stripreeks Plumbum is ook geweldig. Het eerste nummer gaat over een bijbaantje bij een tankstation; een heel humoristisch en eigen verhaal.


In dat nummer staat ook een pagina die hij als ode aan Marvel-legende Jack Kirby tekende. Op 't Land is groot fan van het werk dat Kirby voor Fantastic Four maakte. "Sommige van zijn panelen zijn bijna abstracte kunst", vertelt hij. Een nieuw deel van Plumbum verschijnt (hopelijk, onder voorbehoud) eind van dit jaar.


Plumbum 1 van Bob op 't Land.
Plumbum 1 van Bob op 't Land.

III.

Op streamingdienst Mubi zijn sinds deze week drie seizoenen van mijn geliefde serie Twin Peaks te zien. Alleen de film Fire Walk With Me, die het tweede seizoen en het derde (The Return) aan elkaar lijmt, ontbreekt helaas. Ook op andere diensten.


Er waaide de afgelopen dagen sowieso weer wat wind door het Twin Peaks-universum, omdat medebedenker Mark Frost in een aantal interviews verscheen. Tegen NME vertelde hij dat hij en David Lynch gesprekken voerden over een nieuw vervolg op de serie. Niet dat er al iets op papier stond en Frost zette niet door omdat de gezondheid van Lynch achteruit ging. "Maar het hing in de lucht", zegt Frost.


Met het overlijden van Lynch is overigens niet gezegd dat er helemaal niets nieuws meer verschijnt rondom Twin Peaks. "Wie weet?", zegt Frost tegen The Sunday Times. "Ik kan me niet voorstellen dat ik de show zonder hem zou doen, maar misschien zijn er andere manieren."


Frost schreef al twee prachtig uitgegeven boeken over Twin Peaks, dus een nieuw boek zou logisch zijn. "Ik denk er zeker over na", zegt hij tegen The Standard. "Maar ik wil het op een respectvolle manier doen, nu David er niet meer is. Ik ga niet zomaar doen wat ik wil, we hebben bepaalde grenzen gesteld voor wat wel en niet kan."




PS.

De geweldige documentaire The Settlers van Louis Theroux staat op NPO Start. Daarin reist Theroux terug naar de Westelijke Jordaanoever om Israëlische kolonisten op te zoeken en hen te spreken over hun plannen om naar Gaza te vertrekken. Een groep mensen kijkt naar de smeulende resten van een platgebombardeerd stuk land terwijl ze overleggen om daar hun huizen te bouwen. Theroux kan dit soort films maken als geen ander. Laat de waanzin zichzelf maar verklaren. De documentaire heeft een perfect einde met een metafoor die zowat (de ongelijkheid van) het hele conflict samenvat.




Hideo Kojima dacht toen hij serieus werd getroffen door het coronavirus dat hij nooit meer games zou kunnen maken. Maar hij herstelde en deze maand verschijnt zijn nieuwste spel: Death Stranding 2. Daar kijk ik naar uit. Kojima is een van mijn favoriete gamemakers, vooral dankzij de Metal Gear Solid-serie, maar ook de eerste Death Stranding wist me uiteindelijk te overtuigen.


Dit interview met GQ is heerlijk. Het gaat over kunst, film en over opvolging. Hoewel: "Ik zal het stokje niet overdragen. Ik vermorzel het stokje liever… [Lacht.] Ik hoef 'Hideo Kojima' niet aan iemand anders te geven. Als ik het stokje overdraag aan mijn werknemers en hen vertel dezelfde dingen te maken als ik doe, zal het bedrijf niet succesvol zijn en failliet gaan."



Bauhaus Clock is een Mac-screensaver die 19 dollar kost, maar dan heb je wel een fraaie klok op je scherm.



Ik bezocht een optreden van Cat Power, die in TivoliVredenburg het beroemde concert van Bob Dylan uit 1966 speelde, waarbij hij na een akoestische set 'elektrisch ging'. Na afloop hoorde ik twee mensen tegen elkaar zeggen dat ze de eerste helft "heel goed" vonden, maar de tweede "bar slecht". Mooi dat dit optreden nog precies dezelfde emoties oproept als zeventig jaar geleden, toen Dylan hetzelfde meemaakte. De ironie ontging dat duo volledig. (Ik heb genoten!)



Nieuw album van David Byrne op komst. Who is the Sky? verschijnt op 5 september. Everybody Laughs is de eerste single en die klinkt lekker vrolijk. Op 15 en 16 februari speelt Byrne in AFAS Live.



Je las blog №118, geschreven in de week van 9 juni tot en met 15 juni 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

Part of the South Pole Barrier to 180 Feet Above Sea Level, 1000 Feet Thick and 450 Miles in Length, Charles Hamilton Smith
Part of the South Pole Barrier to 180 Feet Above Sea Level, 1000 Feet Thick and 450 Miles in Length, Charles Hamilton Smith

I.

Het album Get Sunk van Matt Berninger klinkt de laatste tijd veel in mijn thuiskantoortje. Berninger is zanger van The National en is wat mij betreft een meester in het neerzetten van gevoel, vooral als dat gaat over hartenzeer. "Flew to Indiana to see a friend, she was already dust by then", zegt hij op het eerste nummer Inland Ocean.


Bonnet of Pins is het meest The National-achtige nummer op deze soloplaat. "She says she takes photos of tractor bones / And sells 'em to model luxury homes", zingt Berninger, die onder leiding van een aanstekelijk riffje het gaspedaal steeds iets verder intrapt.


Een van mijn favorieten van de plaat is Nowhere Special, waarop Berninger heerlijke oneliners mompelzingt. "I found a new way to clear an old mood", bijvoorbeeld. Of: "And down goes my career as a Catholic".


In een interview met Oor vertelt Berninger over het terugkerende zinnetje in Frozen Oranges: "It's Saturday."


"Ik was op een dag aan het fietsen langs de kust en zag een kerel die met zijn koptelefoon op fietste", zegt hij in het interview. "Hij slingerde een beetje. Hij leek zó in zijn eigen wereldje. Op een gegeven moment moest hij door een groep fietsers heen en die schreeuwden naar hem: doe die koptelefoon af! Maar hij keek gewoon voor zich uit, riep It's Saturday! en ging verder."


Berninger zegt aan de kant van die man te staan. "We willen allemaal soms genieten van het moment, zelfs als anderen dat niet begrijpen. (...) Ik stopte met fietsen en heb die regel meteen in mijn telefoon geschreven: It's Saturday." Mooi kijkje in het schrijfproces van Berninger. Je kunt wel een gevoel proberen te beschrijven, maar je moet het ook herkennen als je het ziet en de helderheid van geest hebben om het op te schrijven, zodat je het later kunt gebruiken.



II.

Wat heb ik weer uitgebreid zitten smullen van Wes Andersons nieuwste film The Phoenician Scheme. Met dit keer in de hoofdrol: Benicio del Toro als Zsa-zsa Korda, een louche zakenman en wapenhandelaar. Korda vormt de spil in allerlei intriges rondom een bouwproject en een gebroken familie. Het duizelingwekkende plot zou ik niet meer kunnen reproduceren, al zou ik het willen. Lekker belangrijk ook, als de rit zelf zo wild is als deze.


Korda vliegt de wereld over met zijn dochter Liesl (Mia Threapleton als non) en de Zweedse biologieleraar Bjorn (Michael Cera). Hij overleeft de ene na de andere aanslag op zijn leven. "Dat hoorde ik de vorige keer ook", zegt hij na een vreemd geluid tijdens een vlucht in zijn privévliegtuig. "Daarna stortte ik neer. Maar dat is nu nog niet gebeurd. Ik voel me helemaal veilig." Hij blijft maar beweren zich volkomen veilig te voelen. Zoals hij ook constant zijn zin probeert door te drammen, maar het nooit krijgt.


In Wes Anderson-films spelen de leukste grappen zich af aan de randen van het beeld. Het is iemand die een lepel aflikt tijdens een serieus gesprek of iemand die domweg de camera in staart. De humor zit 'm in de heerlijke scripts en in bijzinnetjes. Het zit 'm in Michael Cera die een nepsnor draagt, die je later in de film ziet (gewoon een donkerdere snor) zonder dat er verder woorden aan vuil gemaakt worden. Het zit 'm soms ook in het gebrek aan subtiliteit, zoals in de hilarische basketbalwedstrijd in deze film met Tom Hanks en Bryan Cranston versus Benicio del Toro en Riz Ahmed.


En het zit 'm in het casten van Bill Murray als God.




III.

Het is simpel: als The Flaming Lips in de buurt spelen, dan ga je erheen. De psychedelische indierockers zijn nu eenmaal niet vies van laserstralen, grote gekleurde ballonnen, gigantische opblaaspoppen en ladingen (echt, la-ding-en!) confetti. Dit keer speelde de band hun albumklassieker Yoshimi Battles the Pink Robots en daarna nog eens een vrijwel volledige set met hits voor fans, zoals She Don't Use Jelly, Pompeii Am Götterdämmerung (geweldige uitvoering trouwens), The Yeah Yeah Yeah Song en A Spoonful Weighs a Ton.


Tussen de chaotische gekte door nam de band even gas terug met een heel mooie cover van True Love Will Find You in the End. Dat liedje is oorspronkelijk van Daniel Johnston, de excentrieke singer-songwriter uit Texas die tot zijn dood in 2019 altijd met het leven bleef vechten. Hij brak nooit door als superster, maar kon onder meer Kurt Cobain, Lana del Rey, David Bowie en Tom Waits tot zijn fans rekenen.


En The Flaming Lips dus ook. Na het concert zocht ik weer eens wat muziek op van Johnston. True Love Will Find You in the End is een van z'n bekendste nummers, overigens ook wel eens gecoverd door Wilco, mijn geliefde band die Johnston in 2017 live begeleidde tijdens een optreden in Chicago. Zijn mooiste liedje blijft, wat mij betreft, The Story of an Artist.


Mooi dat bands zoals Wilco en The Flaming Lips de muziek van Daniel Johnston in leven houden. Als je zin hebt in een deep dive in Johnston, kijk dan vooral eens de documentaire The Devil and Daniel Johnston. In 2015 maakte acteur Gabe Sunday nog een korte film over de zanger, Hi, How Are You Daniel Johnston, die inmiddels ook op YouTube staat. (En mijn naam staat in de Kickstarter-credits!)




PS.

Peter de Bie, journalist, presentator en weduwnaar van Dieuwertje Blok, stierf deze week op 75-jarige leeftijd. Hij koos voor een zelfgekozen overlijden. Aan de Volkskrant gaf hij een mooi laatste interview dat barst van de levenslessen. "De afgelopen maanden heb ik mezelf wel een paar keer streng toe moeten spreken om niet in een depressie te schieten. Dat kan echt niet, zei ik tegen mezelf, we gaan niet depressief het graf in. We gaan vrolijk fluitend, als het even kan."



Talking Heads heeft een video gemaakt voor hun hit Psycho Killer. 48 jaar na het verschijnen van het nummer. Actrice Saoirse Ronan was toen nog niet geboren, nu speelt ze de hoofdrol.





Fascinerende Substack-post van Amanda Guinzburg over ChatGPT die ze als een redacteur laat meedenken over haar geschreven essays. Gaandeweg blijkt dat de chatbot van alles verzint. Als ze ChatGPT daarop aanspreekt, wordt het gesprek vreemder en vreemder.


Er komt een tv-serie in het Alien-universum. De eerste trailer is veelbelovend. Vanaf 12 augustus op Disney+.




Sinds het spelletje Picross op de Nintendo DS houd ik van nonogrammen, Japanse beeldpuzzels waarbij je op basis van cijfers steeds een aantal vakken per rij moet invullen om een figuur te maken. Op deze website staan er miljoenen, in een grid van vijf bij vijf, die je binnen een minuutje kunt oplossen. Perfect voor een rustig moment op de dag.



Donald Trump gebruikt zijn persoonlijke iPhone voor werk en privé. Hij is gek op bellen. Ook onbekende nummers neemt hij vaak op, las ik in een heerlijk artikel op The Atlantic. "Who's calling?", vraagt hij dan. Trump heeft nog twee andere telefoons en op een van de toestellen heeft hij zijn eigen gezicht ingesteld als achtergrond.


Je las weekblog №117, geschreven in de periode van 2 juni tot en met 8 juni 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

© 2022 Rutger Otto

bottom of page