top of page
Design proposals for Puck Theater, New York, NY, Interior perspective study (1941), Winold Reiss
Design proposals for Puck Theater, New York, NY, Interior perspective study (1941), Winold Reiss

I.

Op Apple TV staat Mr. Scorsese, een filmportret over regisseur Martin Scorsese. In vijf afleveringen neemt de miniserie je mee door het leven van Scorsese aan de hand van de films die hij maakte. Raging Bull, Taxi Driver, Goodfellas, After Hours, The Wolf of Wall Street, The Irishman, Silence. Het is een waanzinnig oeuvre van een man die geliefd is, maar lang een buitenbeentje in Hollywood bleef.


"In het originele script van Taxi Driver staat een regel over hoe Travis Bickle naar het campagnehoofdkwartier kijkt, zoals een wolf kijkt naar kampvuren in de verte", zegt scenarist Paul Schrader. "Scorsese was ook zo: een wolf die naar de vuren van de beschaving kijkt en nooit helemaal geaccepteerd zal worden."


Scorsese is geen typisch Hollywood-regisseur. Hij groeide op tussen de wise guys in New York en gebruikte die straatopvoeding later in zijn films. Zijn films gaan vaak over macht en onmacht. Over mensen die buiten de maatschappij staan. Volgens Leonardo DiCaprio is de kracht van Scorsese dat hij de schaduwzijde van de mens durft te tonen, zonder daarover te oordelen. "Marty denkt dat we allemaal zo'n kant in ons hebben", zegt hij. "En hij verkent die schaduwzijde zonder enige angst."


Mr. Scorsese is een aaneenschakeling van smeuïge anekdotes, die ofwel door Scorsese zelf of door vrienden en collega's worden verteld. Het is heerlijk om zijn jeugdvrienden te zien — kleurrijke types die zo uit Mean Streets of Goodfellas kunnen komen.


Dankzij de serie werd me ook duidelijk hoe belangrijk Robert De Niro voor Scorsese is. De Niro zat aan het bed van Scorsese, die instortte door een drugsverslaving. Op dat moment overtuigde De Niro de regisseur om Raging Bull te maken, een film over een bokser (wat een metafoor werd voor Scorsese's eigen gevecht). Ook The King of Comedy zou zonder De Niro niet bestaan. En misschien was Scorsese zonder De Niro later niet innig met DiCaprio gaan samenwerken en was The Wolf of Wall Street er niet gekomen.


Martin Scorsese is op zijn 82ste nog steeds de wolf die van een afstandje naar het vuur kijkt, al is hij wel dichterbij geslopen. Na het zien van de docuserie (die tegen het einde wat wordt afgeraffeld) heb ik zin om snel weer eens wat van zijn werk te bekijken.




II.

Er is weer een ouderwetse hype in podcastland en die heet Op zoek naar Marlotte. In deze vijfdelige podcastserie van Zembla gaat onderzoeksjournalist Lizzy Diercks op zoek naar een overleden kind dat nooit bestaan heeft. Het is geen spoiler, dat vertelt Diercks je meteen in de eerste aflevering al.


Het bizarre verhaal begint als Diercks een mailtje krijgt van Annika, die met haar vrijwilligerswerk bij de Kindertelefoon een 13-jarige meisje Marlotte leert kennen. Ze houden contact en chatten via WhatsApp. Het meisje vertelt dat ze moederziel alleen in een brandwondenziekenhuis ligt. Ze is zwaargewond, haar ouders zijn dood, ze heeft geen vrienden. Marlotte overlijdt na een paar jaar en Annika strooit haar as uit.


Aanvankelijk weet niemand dat Marlotte een verzinsel is. De journalist gaat aan de slag met het verhaal om een misstand in de jeugdzorg aan te kaarten. Hoe kon een meisje zo lang eenzaam in een ziekenhuis liggen en waarom werd Annika opgezadeld met zoveel zeggenschap over haar lot?


Hoewel je de clou van het verhaal direct aan het begin hoort, sleept de podcast je toch mee in het mysterie. Tijdens de eerste twee afleveringen bekroop mij een naar gevoel. Hier is iets helemaal mis. Wie verzint in godsnaam op zó'n duizelingwekkend gedetailleerde manier een fictief meisje? Dit is niet zoals de verhalen van mensen die via Tinder de liefde vinden om daarna geflest te worden. In dit geval wordt geen financiële schade aangericht, wel psychisch trauma.


De podcast is goed gemaakt. De makers nemen je aan de hand mee in hun onderzoek. Als luisteraar klinkt het vaak ongelooflijk (en een beetje ongeloofwaardig) wat er gebeurt. Soms snap je niet helemaal waarom iets niet direct wordt uitgezocht. Of waarom bepaalde dingen niet in twijfel worden getrokken. Ik was blij dat die vragen later hardop worden gesteld en worden uitgelegd. Iedereen kan worden meegesleurd in een complex web aan leugens, ook een journalist.




PS.

Mooi essay van Joost de Vries, die zich afvraagt waarom er nooit een grote roman over Geert Wilders is geschreven. Zo makkelijk is dat ook weer niet. "Personages als Trump of Boris Johnson, of Wilders of Milei of Graus zijn de satire voorbij", schrijft De Vries. "Ze zijn al typetjes, hebben al de kapsels van cartoons, zeggen dingen die voorbijgaan aan elke logica. De grap is al gemaakt, door henzelf. En de grap is niet leuk meer."



De dead internet theory gaat uit van het idee dat het web uiteindelijk wordt overgenomen door AI-slop en bots. Hoe het daardoor steeds lastiger wordt om menselijke berichten te vinden. Kursgezagt maakte een uitlegvideo.




Spencer Chang maakt een zaak voor de alive internet theory. "Where can we sit together on the internet? Where do we go for a stroll? Where do we find the digital equivalent of the remote hot spring up in the mountains, or that hidden hike to the waterfall?"



In de nieuwste Spike Lee-joint Highest 2 Lowest maakt Denzel Washington een opmerking over AI en kunst. Hij speelt een platenbaas die niet gelooft dat kunstmatige intelligentie het menselijke aspect van muziek kan vervangen. Lee lijkt hetzelfde punt voor film te willen maken. Highest 2 Lowest voelt echt, omdat hij op straat en in de metro is opgenomen in plaats van voor een studioscherm. Met over alles heen duidelijk het stempel van Spike Lee zelf.




Ik wandelde dit weekend 18 kilometer van Utrecht naar Soest. Tussen enkele hoosbuien door luisterde ik naar een podcast waarin Austin Kleon uitlegt hoe hij zijn nieuwsbrieven opstelt. Lijkt me inspirerend voor iedereen die online schrijft.



Het was weer Dutch Design Week. Ik was dinsdag in Eindhoven en schreef erover in mijn blog voor NU.nl.



Gameserie Halo heeft een speciaal plekje in mijn hart. Ik speelde het origineel als tiener op de eerste Xbox, ik woonde nog thuis. Het buitenaardse avontuur was geweldig en de muziek legendarisch (— nog steeds!). Ik herinner me de avonden bij vrienden, waar we multiplayer speelden op één tv in splitscreen. We moesten het doen met minuscuul beeld: we hadden elk eenvierde van het beeldscherm. Ik herinner me de wapens; hoe krachtig het doodgewone pistool was. Ik herinner me hoe het voelt om een grunt te meppen met een assault rifle. Mijn vriendin en ik hebben de originele trilogie een paar jaar terug nog eens helemaal doorgespeeld in co-op.


Halo was jarenlang dé Xbox-exclusive. Dat verandert nu, met een remake van Halo: Combat Evolved die voor het eerst op de PlayStation verschijnt. Bij het zien van de eerste paar seconden van de trailer kreeg ik al zin om de game voor de zoveelste keer te spelen.



Je las blog №137, geschreven in de week van 20 tot en met 26 oktober 2025. Abonneer je op mijn nieuwsbrief en je ontvangt 'm elke zondag gratis in je mailbox.

Surf, Eva Auld Watson
Surf, Eva Auld Watson

I.

Het is begin 2020, de lockdown is net van kracht, mijn relatie is net uit, ik ben verhuisd naar een krap appartement en wacht op het moment dat de muren me insluiten en verpletteren. Op dat moment verschijnt Tame Impala's The Slow Rush, een album waarop Kevin Parker afrekent met een paar demonen uit zijn verleden en zich overgeeft aan de constante verandering van het leven. Dat doet hij op de dansvloer, met rammers van hits.


The Slow Rush staat vervolgens maandenlang elke dag wel een keer aan. Het zal dan ook niet verbazen dat het album nogal speciaal voor me is. Als Tame Impala twee jaar later in de AFAS Live optreedt en ik de nummers voor het eerst live hoor — en een waanzinnige lichtshow zie — voel ik slechts euforie.


Nu is er een nieuw Tame Impala-album: Deadbeat. Je schrikt je ongetwijfeld rot als je na Innerspeaker (2010) niet meer naar muziek van Parker hebt geluisterd. Van psychedelische rock is nauwelijks meer iets over. Hoor ik nou een reggaeton-beat op Oblivion? (Ugh!)


Parker zegt tegen The New Yorker dat Deadbeat grotendeels is geïnspireerd door bush doofs: dansfeesten op afgelegen plekken die de hele nacht doorgaan. Ik had ook nooit van het woord gehoord, in Australië is het een begrip. "Doof was een denigrerend bedoeld woord om clubmuziek te beschrijven", vertelt Parker. "Want van een afstandje hoor je alleen maar doof, doof, doof." Voor hem heeft de muziek iets bezwerends.


Op Ethereal Connection — een beukplaat van bijna 8 minuten — komt de inspiratie van die feesten nog het meest terug. Tegen radiomaker Zane Lowe zegt Parker dat hij nog heeft overwogen een technoplaat te maken. Op basis van dit nummer denk ik dat hij het in zich heeft, maar voor nu ben ik blij dat Parker z'n dromerige popsound eroverheen heeft gelaveerd.


Of Deadbeat me gaat pakken zoals The Slow Rush weet ik nog niet. Muzikaal zwabbert het alle kanten op. Het kan ook dat hij gewoon even moet groeien, want er staat genoeg moois op. Dracula is een 80s-synthwave-oorworm. Piece Of Heaven is een klein kunstwerk. Op No Reply zingt Parker: "You're a cinephile, I watch Family Guy / On a Friday night, off a rogue website / When I should be out with some friends of mine / Running recklеss wild in the streets at night / Singing 'Life, oh, life,' with our arms out widе".





II.

Als je wil weten op wat voor deprimerend wereldbeeld we afstevenen, kan ik je het essayboek Het uur van de wolven van Giuliano da Empoli aanbevelen. In dat boek legt de Italiaan, die jarenlang met Emmanuel Macron naar wereldleiders meereisde, uit hoe macht precies werkt. En hoe onze democratie steeds vaker onder druk komt te staan van — surprise! — populisten en tech-bro's.


De verschuiving van macht zien we voor onze ogen gebeuren. Ik hoorde vorige maand bij Nieuwsweekend hoe journalist Sander Heijne de vinger op de zere plek legt. "De moderne democratie is ontstaan in een tijd waarin macht voortkwam uit bestuur over land en dat hebben we geprobeerd te democratiseren", zegt hij. "In deze tijd komt macht voort uit kapitaal, uit technologie, uit data, uit AI, uit internationale handelsstromen. Dat zijn allemaal zaken die helemaal niet in onze democratie belegd zijn."


Dus stemmen we nu op politici en parlementen die ons dingen beloven, waar ze eigenlijk geen zeggenschap meer over hebben. Da Empoli schetst een pijnlijk voorbeeld in Het uur van de wolven: "De oligarch stapt uit zijn privéjet, een beetje chagrijnig omdat hij zijn tijd moet verdoen met het opperhoofd van een stam die er niet meer toe doet — in plaats van die tijd nuttiger te kunnen besteden aan een of ander posthumaan project. Na de oligarch met veel egards en met pracht en praal te hebben ontvangen, smeekt de politicus zijn bezoeker gedurende het korte onderhoud onder vier ogen om een onderzoekscentrum of een AI-lab, maar uiteindelijk moet hij genoegen nemen met een selfie in de gauwigheid."


Nu in Nederland volop campagne gevoerd wordt voor de Tweede Kamerverkiezingen, valt op hoe weinig aandacht er is voor technologie en digitalisering. Op de kieslijsten staat bijna iedereen met digitale zaken in de portefeuille op een vrijwel onverkiesbare plek op de lijst. In debatten komt het nauwelijks aan bod. In stemwijzers idem dito — al zijn er initiatieven zoals Nerdwijzer en Technologie Kieswijzer.


Terwijl we ons hier in het land druk maken over allerlei andere (belangrijke) thema's, spelen de "conquistadores van de tech', zoals Da Empoli de directeuren van grote techbedrijven noemt, een ander spel. "Ze hebben besloten zich te ontdoen van de oude politieke elites", schrijft hij. "Als ze slagen in hun opzet zal alles wat we gewend zijn te beschouwen als ruggengraat van onze democratieën — uit de weg worden geruimd."


Deze figuren gedijen bij chaos. Algoritmes hebben al voor verdeeldheid op sociale platforms gezorgd. Het is al te laat om dat terug te draaien en misschien wordt het nog wel erger. Da Empoli wijdt een alinea aan de AR-bril van Meta. "Iedereen die zo'n bril draagt, heeft recht op zijn eigen realiteit", schrijft hij. "Straks zullen tien mensen die hetzelfde concert bijwonen tien radicaal verschillende ervaringen hebben. Hun AR-bril biedt de mogelijkheid lichteffecten toe te voegen, reclame en zelfs gastartiesten. Hetzelfde geldt voor een vergadering, een politieke ontmoeting of gewoon een wandelingetje op straat. De AR-bril zet de poorten wijdopen naar een heuse toverwereld."


Da Empoli beschrijft een gitzwart beeld van een dystopische toekomst. We wandelen er als lemmingen naartoe.



PS.

Hay Kranen schrijft al tien jaar De Circulaire, zijn nieuwsbrief over kunst, digitale cultuur en media die ik met plezier lees. Om die mijlpaal te vieren maakt hij eenmalig een papieren tijdschrift, waarin schrijvers zich verplaatsen naar het jaar 2050 terugblikken op 2025. En wel in een nineties-vormgeving. Kranen heeft alleen nog wat donateurs nodig om de drukkosten te betalen. Steun uw bloggers!



Schrijver en illustrator Luis Mendo woonde jarenlang in Amsterdam (en werkte onder meer aan de vormgeving van Bright Magazine), maar woont tegenwoordig in Japan. Op zijn blog Mundo Mendo schrijft hij over het leven aldaar en nu brengt hij een selectie van zijn geïllustreerde verhalen uit in een mooi compact boek.



Phil Gyford schrijft een verslag over zijn eerste maanden op het internet en neemt je daarvoor mee terug naar het jaar 1995. Ik hou altijd van nostalgische verhalen die gaan over Toen Het Internet Nog Leuk Was.



Wikipedia trekt minder bezoekers, omdat bots en scrapers de informatie jatten en in AI-overzichten zetten. Mensen lezen de teksten dan wel in die overzichten, maar klikken niet door naar Wikipedia.



Ik zit middenin Made in China, een programma van Filemon Wesselink en Mark Baanders die zich afvragen: kun je leven met alleen maar spullen van Chinese webshops als Temu, AliExpress en Shein? Ze nemen de proef op de som en bestellen een huis(je) en een achtbaan voor in de tuin. Een soort Prul of Praal on steroids, best vermakelijk.


Je las blog №136, geschreven in de week van 13 tot en met 19 oktober 2025. Abonneer je op mijn nieuwsbrief en je ontvangt 'm elke zondag gratis in je mailbox.

Ariel – on a bat’s back I do fly, there I couch when owls do cry (1917-1918), Louis Rhead
Ariel – on a bat’s back I do fly, there I couch when owls do cry (1917-1918), Louis Rhead

I.

Op Tygo in de Flakka na kijk ik bar weinig horror tijdens deze Halloweenmaand. Maar ik speelde wel Silent Hill f. In deze psychologische griezelgame volg je Shimizu Hinako, een schoolmeisje dat haar Japanse stadje plotseling overgenomen ziet worden door een dikke mist, nare monsters en rode bloemen.


Het is de eerste game in de Silent Hill-serie die ik speelde. Het is een mooi, artistiek spel om te zien, maar verhaaltechnisch verandert het natuurlijk al gauw in een groot drama. Hinako raakt steeds dieper verstrikt in de ellende. Ze zoekt haar vrienden en worstelt met huiselijke trauma's. De grens tussen werkelijkheid en nachtmerrie vervaagt verder en verder.


Silent Hill f heeft een spanning die onder je huid gaat zitten, mede dankzij de uitstekende muziek en audio. Het spel zelf is rechtlijnig (en een beetje ouderwets). Hoewel de gameplay niet verrast, verlies je als speler wel steeds meer grip op wat Hinako overkomt. Je kan bijna niet anders dan een mysterieuze figuur volgen met zijn witte haar en een vossenmasker. Hij lijkt zich als enige om het meisje te bekommeren.


In de Japanse folklore symboliseert de witte vos een wezen dat de menselijke en goddelijke wereld aan elkaar verbindt. De vos kan bescherming bieden tegen het kwaad, maar kan ook sluw zijn en je bedriegen. Drie keer raden met welke versie van de vos je in Silent Hill f te maken hebt. Het gaat helemaal mis hoor, dit is niet voor de tere zieltjes.




II.

Ik griezel ondertussen ook verder op papier. Een week geleden was ik in Amsterdam bij de boekpresentatie van Bloeddorst 2. Dat is een bundel met korte horrorverhalen, waarvoor tientallen Nederlandse regisseurs en stripsmakers samenwerkten. Bloeddorst werd in een ver verleden bedacht door Menno Kooistra, maar na een eerste deel bleef het lang stil. Het was regisseur Martin Koolhoven die zei: "Menno, we zijn nu 18 jaar verder. Wordt het niet eens tijd voor een tweede deel?".


Soms heb ik een beetje moeite met dit soort bundels, omdat een paar bladzijden vaak te weinig is om een goed verhaal te vertellen. In Bloeddorst 2 staan ook een paar verhalen die lastig te volgen zijn, maar over het algemeen heb ik me goed vermaakt. Leuk is dat de strips zich vaak in Nederland afspelen. Zo is er een verhaal over een Poldergeist die in een molen woont en een verhaal wat zich afspeelt in een restaurant op de Amsterdamse Zeedijk.


Ook de afwisseling in tekenstijlen bevalt me. Alle verhalen zijn in zwartwit en de tekenaars durven zo nu en dan echt luguber en nietsverhullend te tekenen. Dat tekenaars als Fred de Heij, Steven Dhont, Stephan Louwes, Floor de Goede en Edwin Hagendoorn bij dit project zijn gehaald,


Laatstgenoemde schreef en tekende trouwens een van mijn favoriete verhalen uit het boek: Turbo Video 2000. Het gaat over een man die A Nightmare on Elm Street opneemt op de videoband waarop een film van Kwik, Kwek en Kwak staat, de lievelingsfilm van zijn dochter. Bij het overschrijven gaat het mis, waardoor de drie neefjes samensmelten met Freddy Krueger en uit de tv stappen. Dan begint de slasher pas echt!


ree


PS.

Ik las dit uitstekende verhaal van The Oatmeal over kunst uit een AI-model. Voor het eerst daalt dit besef bij me in: het cliché "dit kan mijn zoontje van 12 ook" is daadwerkelijk van toepassing op AI-kunst. Leestip!



Nu ik het toch over AI heb, kan ik mooi Craig Mod even aanhalen. De blogger wandelt weer door Japan en elke dag lees ik zijn jaloersmakende (e-mail only) nieuwsbrieven. Op dag zes beschreef hij een overpeinzing in over AI. "Increasingly, I feel more and more 'radicalized' — not necessarily against where things are heading — but by who is leading. For example, AI will probably do a lot of good for us in the future. But the launch of a tool like OpenAI's Sora feels like a dark inflection point in the not-so-good direction. The scale and abstraction of everything and everyone continues pushing us down paths we didn’t ask to be pushed down."


Wandelen, offline wandelen, helpt Mod om wat mentale ruimte terug te pakken en een beetje terug te duwen in de richting waar het overheersende Big Tech vandaan komt. "As scale and abstraction continue to scrub away the marks of humanity (and this counts for online communities as much as war-ravaged ones), it’ll be ever more critical to go for a dumb walk, to hold a dumb paper book and give it your dumb undivided attention for two hours."



Ik schreef trouwens over Sora 2 in mijn blog op NU.nl. Sinds ik daarmee bezig was, staat mijn Instagram vol met AI-onzin. Het zijn vooral video's van Stephen Hawking die het in zijn rolstoel opneemt (en vaak aflegt) tegen BattleBots.



Een ode aan comfort-films van video-essayist Thomas Flight.




Uitgeverij Taschen komt in december met een kleinere versie van zijn XXL-boek over Hokusai, waarin zesendertig van zijn uitzichten op de berg Fuji zijn opgenomen.



Hier een verhaal van George van Hal waar je een beetje hoofdpijn van krijgt: bevindt ons hele heelal zich in een zwart gat?



Deze trailer voor Die My Love ziet er veelbelovend uit, al jaagt deze regel uit de Letterboxd-minirecensie van filmcriticus David Ehrlich me enige schrik aan: "Perfect for anyone who thought Mother! was too restrained". (Ik vond Mother! een draak.)




Ik heb de hoop opgegeven dat Tom Waits ooit nog in Nederland optreedt. Dat hij überhaupt nog zingend in beeld komt is al een zeldzaamheid. Daarom mogen we in onze handen wrijven dat hij eerder dit jaar Tom Traubert's Blues voor de Italiaanse tv speelde en dat die beelden nu op zijn YouTube-kanaal staan.




Third Man Records geeft volgende maand een graphic novel uit van Yoshimi Battles The Pink Robots. Het album van de band The Flaming Lips is verstript door niemand minder dan frontman Wayne Coyne zelf. Hij schreef de teksten en tekende de plaatjes. Het boek beschrijft Yoshimi's zoektocht naar liefde en haar strijd tegen de roze robots. Dat zal ongetwijfeld een psychedelische trip worden in underground-stijl. Het is een pil van een boek: 420 pagina's. Je bent er liefst 150 dollar aan kwijt, maar dan krijg je wel een krabbel van Coyne.



Geese heeft een video gemaakt bij Au Pays du Cocaine, laat dat nu net een van mijn favoriete nummers van het album zijn. Mooi excuus om de band nog eens aan te prijzen (nog steeds op repeat hier).



Je las blog №135, geschreven in de week van 6 tot en met 12 oktober 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief en je ontvangt 'm elke zondag in je mailbox.

© 2022 Rutger Otto

bottom of page