top of page
Le goûter sur la terrace, Gustave Maincent
Le goûter sur la terrace, Gustave Maincent

I.

Ik hoorde een maand geleden over Mei Social Vrij: een idee om de hele maand mei niet op sociale media te komen. "Om uit te zoomen en te ontdekken wat er gebeurt als je je aandacht terugpakt", schreven de initiatiefnemers. Ik besloot mee te doen aan dit experiment. Benieuwd wat het mij zou opleveren.


Het ging me eigenlijk best goed af zonder Instagram en Bluesky, maar langzaamaan vulde ik de leegde van deze socialemediaplatforms wel in met andere apps. Ik keek meer video's op YouTube en vond mezelf vaker terug op Reddit (waar ik voor mei nauwelijks kwam).


Substack, de dienst waarmee ik deze blog als nieuwsbrief verstuur, vormde ook een valkuil. De afgelopen tijd lijkt het platform meer en meer op een sociaal medium. Met een tijdlijn voor korte berichten, meer nadruk op volgers en zelfs ruimte voor livestreams. Voor je het weet zit je dan toch weer aan zo'n dienst gekluisterd en door feeds te scrollen.


In een blog op NU.nl beschrijf ik wat er gebeurde: ik leefde een maand zonder sociale media, maar toch zat ik veel op mijn telefoon. Terwijl ik eigenlijk had verwacht dat mijn schermtijd flink omlaag zou gaan. Aan de telefoon vertelde ik een van de initiatiefnemers over mijn ervaringen en die zure nasmaak, dat ik een beetje teleurgesteld was. Had ik YouTube, Substack en Reddit ook niet moeten blokkeren? In de reacties op NUjij zeiden mensen het ook. Alsof ik had vals gespeeld, terwijl de regels van het initiatief bewust alleen de usual suspects onder de aandachtsslurpers noemden, zoals Facebook, Instagram en TikTok.


Naast de meest bekende platforms zijn er veel meer apps die om aandacht vragen. Die krijgen normaal minder kans omdat ze door de andere apps worden overschreeuwd. De initiatiefnemer van Mei Social Vrij zei dat mijn ervaringen en conclusies ergens te verwachten waren. "Deze gedachten leiden nu wel ergens toe", zei hij. "Hier kun je iets mee doen." Dat is zo. Mei drukte me met de neus op de feiten: ik kan blijkbaar niet van m'n telefoon afblijven. Dus, hoewel ik Instagram gewoon weer installeer, ben ik van plan om mijn gebruik flink te matigen. Dat vergt wel wat aanpassingen, te beginnen met het kritischer cureren van de accounts in mijn feeds. En dan zien we verder.



II.

Het Marvel Cinematic Universe worstelt de laatste jaren om zijn draai te vinden. Na Avengers: End Game zijn de populairste helden en acteurs afgezwaaid en blijven de fans zitten met matige films. Maar hou vol (zegt de verstokte Marvel-fan in mij), want er gloort hoop in de vorm van The Fantastic Four: First Steps, Avengers: Doomsday en Avengers: Secret Wars.


De stijgende lijn is wat mij betreft alvast ingezet met Thunderbolts*, die ik deze week in de bioscoop zag. Die asterisk wordt in de film wel duidelijk, trouwens. Deze film gaat over een groep buitenbeentjes met superkrachten die tegen wil en dank moet samenwerken om New York te redden. Tot zover niets nieuws.


De helden in deze film zijn niet de grootste sterren van Marvel. Dat weet de studio zelf ook. Sterker: daar is de studio zich al jaren van bewust. In verschillende films en series kwam dat gegeven al terug. Kijk maar naar Sam Wilson, de nieuwe Captain America, die zich constant moet bewijzen als opvolger van Steve Rodgers. Mensen zijn gewoontedieren en dus staat de nieuwe held al vanaf het begin met 3-0 achter. In Thunderbolts* ligt onzekerheid er net zo dik bovenop. Wat gebeurt er als je jezelf niet goed genoeg vindt? Als je jezelf niet kunt accepteren? En wat als anderen je die kans niet geven?


Een van de schurken in deze film, CIA-directeur Valentina Allegra de Fontaine (Julia Louis-Dreyfus is geweldig), moet haar schimmige praktijken zien te beschermen. Daarom wil ze van onze helden af. Het zijn toch maar eenzame buitenbeentjes naar wie niemand omkijkt, toch?


Je kunt wel invullen hoe dat afloopt. Maar helemaal volgens het boekje gaat deze film toch ook weer niet, dankzij het mysterieuze personage Bob. Hij vormt de spil van de film. Bob is een tragisch figuur, geplaagd door zijn verleden waar hij flink wat trauma's aan heeft overgehouden. Daarmee biedt Marvel ruimte voor onderwerpen zoals mentale problemen en zinloosheid van het bestaan. Niet subtiel, het blijft een blockbuster en er valt genoeg te lachen, maar het geeft de film precies genoeg gewicht om boven het Marvel-maaiveld van de laatste tijd uit te steken.




III.

Dit is een hartverwarmend project. Vriend van deze blog Bas Vroegop wilde zijn zoontje introduceren aan Pokémon, maar de Engelse taal bleek een te hoge drempel. Daarom besloot hij zelf het volledige spel Pokémon Crystal naar het Nederlands te vertalen. Een aantal anderen stapte in om hem te helpen en voilà: na een jaar werken is er een vertaalde versie van de game.


Lees vooral de uitleg van Bas als je wil weten hoeveel werk er in zo'n vertaling gaat zitten, dat is super interessant en vermakelijk. Vertalen is een creatief vak waarbij je constant tegen vraagstukken aanloopt. Hoe vertaal je bijvoorbeeld niet-bestaande locaties en namen van bomen die niemand in Nederland kent? Wat doe je met stereotyperingen die 25 jaar geleden normaal waren, maar nu misschien niet meer worden geaccepteerd?


En dan heb ik het nog niet eens gehad over de woordgrappen, die Bas gelukkig ook heeft vertaald.


Bron: Gamepraat.
Bron: Gamepraat.

PS.

Er worden vrachtladingen met persoonlijke spullen van David Lynch geveild. Op de website van Julien’s Auctions zie je onder meer koffiemachines, kunstboeken en filmscripts die onder de hamer gaan. Scrollen door de website heeft iets naargeestigs en intiems: er komt een heel leven voorbij. Het zijn allemaal dingen die Lynch tijdens zijn leven verzamelde. Uiteindelijk worden ze gestript van sentimentele, persoonlijke waarde en zijn het gewoon spullen op een marktplaats (die overigens voor ver boven hun geschatte waarde worden verkocht).



Mocht je nog 400 dollar onder je matras hebben liggen: The Criterion Collection komt met een boxset van Wes Anderson-films. Daarin zijn de eerste tien films opgenomen die hij in vijfentwintig jaar maakte.




Ik gebruik de browser Arc nog steeds met plezier. Dat je tabbladen aan de zijkant van het scherm kunt zetten in plaats van bovenin, dat deed het hem voor mij. Maar de makers van Arc, The Browser Company, vinden het project niet geslaagd. Het bedrijf focust zich daarom in de toekomst op een nieuwe browser: Dia. Een browser waarin AI leidend is. Daarmee slaat The Browser Company een weg in waarmee ze mij weer kwijtraken, de pitch overtuigt ook niet.


"De meeste mensen merkten niet eens gemerkt dat we zijn gestopt met het bouwen van nieuwe functies", schrijft de directeur. Maar de meeste mensen gebruiken geen browsers voor nieuwe functies. Het gaat erom dat een browser jou in staat stelt om over het internet te navigeren op een manier die bij jou past. Nieuwe functies vragen om het aanpassen van een ingesleten gewoonte, daarom slaan die vaak niet aan.



Het nieuwe solo-album van Matt Berninger (The National) is uit. Get Sunk. Die gaat de komende tijd lekker vaak aan.




Guillermo del Toro verfilmt de klassieke horrorroman Frankenstein van Mary Shelley. Op papier is dat een droomcombinatie, de eerste teaser is nu uit.



Je las weekblog №116, geschreven in de periode van 26 mei tot en met 1 juni 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.


Ocean Coast, Maurice Denis
Ocean Coast, Maurice Denis

I.

Gedetailleerde wereldkaarten laten met kleurverschillen zien waar de hoogste bergen zijn, waar sneeuw ligt en waar de bosranden ophouden. Dankzij satellieten is bijna elke vierkante meter in kaart gebracht. Op het land dan. "De overige 70 procent van onze planeet wordt doorgaans aangegeven met een solide kleur blauw", schrijven David Attenborough en Colin Butfield in hun boek Ocean, dat tegelijk uitkwam met de gelijknamige nieuwe documentaire van de 99-jarige Attenborough.


Terugblikkend op zijn lange leven vertelt de Britse bioloog over de veranderingen in de oceaan die hij heeft gezien. Pas sinds een paar jaar beginnen we te begrijpen wat er in de diepe wateren gebeurt, zegt hij. En eigenlijk weten we nog steeds veel niet over de oceanen. Dat moet volgens hem veranderen, want pas "als je de zee echt goed kent, kijk je nooit meer hetzelfde naar de aarde".


In de film zien we eerst schitterende beelden uit het water, terwijl Attenborough uitlegt wat de oceanen voor ons kunnen betekenen. Ze spelen een belangrijke rol bij de klimaatcontrole van de planeet, omdat ze gigantische ladingen COâ‚‚ opnemen. Maar omdat wij steeds meer uitstoten, moet de oceaan harder werken. En daardoor verzuurt het water, waardoor bijvoorbeeld koraalriffen verzwakken en breken.


Ga vooral de film kijken (of het boek lezen) als je wil begrijpen hoe delicaat in balans het oceanleven is. Het is wonderlijk om te zien hoe alle dieren een rol vervullen. Niet alleen de kleinste soorten plankton, ook de grote haaien en de lange slierten kelp.


Net als Attenborough je heeft betoverd, schakelt hij over naar de trawlers. Dat zijn grote vissersboten die met gigantische netten over de zeebodem slepen om vis te vangen. Op een of andere manier hebben de filmmakers camera's aan de netten van dit soort schepen gehangen, zodat je de ramp onder water vanaf de eerste rang kunt aanschouwen. Het zijn beelden die je nooit eerder hebt gezien. Van kleurrijke koraalriffen en vissen die er leven blijft niets over. Je ziet hoe het rif kapot gescheurd wordt en hoe vissen eindeloos aan de netten worden meegesleurd.


Het komt allemaal zonder opsmuk en bijzonder effectief in beeld, want een week nadat ik de film zag ben ik nog steeds boos. Erg efficiënt kun je de trawlers ook niet noemen. De makers zeggen dat in de netten naar specifieke vissen worden gezocht, de rest (het overgrote deel) wordt als restproduct zonder pardon weer levenloos terug in zee gepleurd.


Attenborough blijft op zijn oude dag hoopvol, dus je verlaat de bioscoop niet helemaal met de moed in de schoenen. De bioloog weet namelijk hoe snel de oceanen weer tot leven kunnen komen — als we ze maar voldoende met rust laten. Op dit moment wordt volgens de makers van Ocean een bijzonder zuinige 3 procent van de oceanen beschermd, maar er zijn beloftes vanuit de Verenigde Naties om dat percentage in 2030 op te hogen naar 30 procent. Beter laat dan nooit. Het is "de grote wens" van Attenborough, die het zelf misschien niet meer meemaakt.




II.

Vroeger verslond ik de stripboeken van Asterix en een stapeltje van die stripboeken sleep ik al mijn hele leven van het ene naar het andere woonadres. Het is zo'n serie die, samen met andere klassiekers als Suske en Wiske, Donald Duck, Kuifje en Guust, mijn liefde voor het beeldverhaal heeft aangewakkerd.


Ik heb een aantal van de verfilmingen gezien, maar geen was zo leuk als de nieuwe animatieserie Asterix & Obelix: De Strijd van de stamhoofden. Gebaseerd op het gelijknamige stripboek, dat tot 2005 werd verkocht als De kampioen. Nu is het verhaal verfilmd als vijfdelige miniserie op Netflix (het zou zo een personage uit Asterix kunnen zijn). De serie brengt zelfs in beeld hoe Obelix als kind in de ketel met toverdrank is gevallen. Nu hoeven zulke ontstaansverhalen van mij niet altijd, omdat ze de magie van een mythe kunnen verpesten (ik kijk naar jou, Solo: A Star Wars Story), maar in dit geval is het vermakelijk gedaan.


Seriemaker Alain Chabat (ook de stem van Asterix) pakt het klassieke verhaal en maakt het zich eigen, met geestige verwijzingen naar andere series, films, muziek en beroemdheden uit de popcultuur. Je kunt mij niet wijsmaken dat dit geen knipoog naar Twin Peaks is. Er spelen personages mee met namen als Potus, Fastenfurius en Mileycirus. En er is een Romein die in de war raakt als hij de naam Obelix op schrift leest. "Hoe spreek je dit uit? Obeli-tien? Of Obel-negen?"


Dit smaakt naar meer! En nu die boekjes weer eens opsnorren.




PS.

Dit is een jaloersmakend lekker verhaal over een vogel in de film Charlie’s Angels. De vogelnaam klopt niet, het beest leeft niet in de buurt van wat in de film wordt gezegd en eigenlijk klopt het op geen enkele manier met de werkelijkheid. Vogelaars zien het al decennialang met stuitende verbazing aan. Hoe kun je een vogel zó slecht weergeven op het witte doek? Dit onderzoek gaat dieper dan je denkt en wordt beter en beter als je verder leest. Kon ik maar eens een jaar lang zoveel tijd steken in een van mijn obsessies.



Ik had even gemist dat er een biografie is verschenen over tekenaar Robert Crumb. Het boek, Crumb: A Cartoonist's Life, is opgetekend door Dan Nadel. Zowel schrijver als tekenaar verschenen in New York voor een komisch en scherp gesprek.



Jamie Thingelstad schrijft over (het doel en de zin van) bloggen. "Who is your audience? Who is this for? You. Yourself. Your family. Your friends. Your friend’s friends. Your neighborhood. And they can have it whenever they want. As a gift. A gift from you to them. Not a gift to be measured in engagement, but instead as a body of work. A gift to the web, which is a gift to people."



Fotograaf Sebastião Salgado is op 81-jarige leeftijd overleden. Een aantal jaar geleden stuitte ik op zijn serie Gold, met foto’s die hij Salgado in 1986 in een Braziliaanse goudmijn maakte. In keihard zwartwit zie je honderden mensen als een kolonie mieren zwoegen. Ik vind het een bijbels werk, die mieren zouden net zo goed een Toren van Babel kunnen bouwen op de foto’s. Salgado was zeer begaan met thema’s als armoede, migratie en klimaatverandering. Over zijn leven werd een documentaire gemaakt: Salt of the Earth, dat is ook een aanrader. Op (onder meer) The Guardian staat een overzicht van Salgado’s werk. Die foto van de olievelden in Koeweit alleen al. Weergaloos.


Lekker veel geluisterd naar het nieuwe album van Meetsysteem deze week: Gekleed In Donker, Ze Vroegen Niks. Ik ben vooral dol op het nummer De Nachtbus van Zoran. "Het was in 2021, nog half in coronatijd, en iemand kwam op het idee om naar Groningen te gaan met een hele club vanuit Amsterdam", zegt zanger Ricky Cherim tegen 3voor12. "We zaten in een bus vol mensen die elkaar helemaal niet kenden, en onderweg ontstonden allemaal eilandjes mensen die elkaar verhalen begonnen te vertellen. Op de terugweg was het natuurlijk helemaal een soort droomwereld geworden, waar ik niet meer uit wilde stappen. Het nachtleven is voor mij nog steeds de beste plek om mensen te ontmoeten en mooie muziek te houden. Dit was lange tijd het laatste liedje van het album. Tot ik opeens dacht: het moet juist het begin zijn, meteen de bus in."



Je las weekblog №115, geschreven 12 tot en met 18 mei 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.


Paths are the habits of a landscape. They are acts of consensual making. It's hard to create a footpath on your own.

— Robert MacFarlane, The Old Ways



Er zijn momenten waarop we de enige mensen op aarde zijn. We kijken door valleien en langs kale bergen. We kijken uit op meren en stukken naaldbos. En er is niemand te zien behalve wij.


De West Highland Way is een unieke wandelroute in Schotland. Het pad begint vlak boven Glasgow in het plaatsje Milngavie, voert door een grote verscheidenheid aan omgevingen en eindigt 154 kilometer noordelijker in Fort William. Mijn vriendin en ik, onervaren wandelaars, stappen in op het 85 kilometerpunt, bij het dorp Tyndrum. Van daaruit lopen we vier etappes: Tyndrum â­¢ Bridge of Orchy (10,5 km) â­¢ Glen Coe (18 km) â­¢ Kinlochleven (17 km) â­¢ Fort William (24 km).


Voor vertrek had ik een romantisch beeld van deze Schotse wandeltocht. We zouden hele dagen wandelen, onszelf wel een paar keer tegenkomen, afgesloten zijn van de wereld, onze gedachten de vrije loop latend. Dat alles zonder sociale media, dus met wat geluk zouden we ons ook eens ouderwets stierlijk vervelen.


In Tyndrum strijken we neer op een terras in de zon (het is warm! in Schotland!) en vrijwel meteen belanden we in De Wandelaarsbubbel. Een vrouw, met wie ik twee zinnen Engels spreek voordat we ontdekken dat we allebei uit Nederland komen, vraagt of ze bij ons aan de picknicktafel mag zitten. Ze loopt de West Highland Way volledig van Milngavie tot Fort William, solo, en heeft onderweg veel mensen leren kennen. Voor we het weten schuift er een Texaan aan en maken we praatjes met anderen die voorbij komen, uit Duitsland en Nederland.


We mogen dan halverwege pas instappen, de ontvangst van andere wandelaars is warm. Veel van hen lopen de route met grote tassen op hun rug, soms afgeladen met een tent en een slaapzak. Wij geven onze bagage elke ochtend mee met een taxibedrijf en slapen in relatieve luxe. Vergeleken met de rest doen wij de watjesvariant van deze hike, maar we moeten ergens beginnen. We krijgen overigens nooit het gevoel onder te doen voor de anderen. Wel worden we overladen met tips en volgende hikes voordat we goed en wel aan de West Highland Way begonnen zijn. Mensen delen hun passie graag. Je ziet ze denken: nieuwe wandelaars! Vers bloed! One of us!



Goed, we beginnen een dag later met de kortste (en makkelijkste) wandeling richting Bridge of Orchy. De paden zijn goed en we treffen nauwelijks hoogteverschillen. Achteraf blijkt dit de saaiste route, maar we genieten nu al van onze eerste stappen in de Schotse natuur. Het is warm, de grond is droog. De gevreesde midges, zwermen steekvliegjes die wandelaars in de zomer teisteren, zijn er nog niet. Er grazen wat schapen, maar die doen verder niks. De bergen links en rechts van ons zijn kaal en bruin. Langs de paden worden we nu en dan verrast door een zee van gele bloemen.


Als we na slechts een paar uur aankomen bij Bridge of Orchy, raken we in gesprek met een vrouw uit het Amerikaanse North Carolina, die we onderweg foto's zagen maken van allerlei bloemen. Ze probeert zoveel mogelijk verschillende soorten vast te leggen. Dankzij een boekje dat ik bij me heb, leert ze de naam van die gele bloemen: gorse. Gaspeldoorn. Ze noemt de struiken 'the weed of Scotland', omdat je ze overal ziet. De plant is van een invasieve soort die dreigt alles te overwoekeren. Maar dit 'onkruid' heeft zo zijn voordelen. "Het ruikt naar kokos", zegt ze. En inderdaad, op volgende wandelingen ruiken we de zoete geur.


Sowieso staan de mensen die we ontmoeten veel stil bij de omgeving. De Rotterdamse die we op de eerste avond tegenkwamen, bestudeert bijvoorbeeld vogels en kent de historie van het pad. We ontmoeten ook een stel uit Texas, dat al tientallen jaren overal ter wereld wandelt. Bijna elke dag halen we ze in, omdat ze zo op hun gemak doen en omdat ze rustig een uur van een uitzicht kunnen genieten. De twee worden gedurende de reis onze voorbeelden. Spirit animals. Totemdieren. Bewust vertragen, bewust genieten. In combinatie met de vogel- en bloemenkennis van de anderen krijgen de wandelingen een stuk meer gewicht. Ik zie mijn vriendin steeds vaker aan bloemen ruiken die we onderweg tegenkomen.



Die nacht slapen we in een oud stationshuisje van Bridge of Orchy, dat tegenwoordig dienst doet als hostel. Gastvrouw Helen noemt zichzelf 'The Mad Woman' en dat zie je terug in haar kantoortje en ontbijtruimte. Het is een allegaartje aan meubels, overal liggen papieren en in de vensterbank staat een verzameling kleurrijke theekannen. Boven een schouw hangt een portret van John Lennon. Zelf heeft ze wel iets weg van actrice Maggie Smith — dezelfde ogen.


Al 19 jaar runt Helen deze plek. Eerst samen met haar man, maar sinds hij overleed doet ze het alleen. Ze woont naast het spoor in een caravan en ontvangt hier elke dag andere wandelaars. Omdat we die dag de laatste gasten zijn die vertrekken, vertelt ze honderduit over deze plek en haar leven hier. Voordat we beginnen aan onze wandeling van 18 km, smeert ze eigenhandig een droog broodje met bacon en daarna worden we met een warme knuffel op pad gestuurd. Ze zwaait ons uit; de Mad Woman van Bridge of Orchy.


De route van vandaag leidt langs plekken met namen die zo uit Star Wars of The Lord of the Rings kunnen komen. Inverornan, Loch Tulla, Black Mount, Rannoch Moor. Nog steeds lopen we door de bergen, als nietige mensen die langs stenen reuzen wandelen, maar vandaag zien we meer groen en water. Het landschap wordt iets ruiger, hoe verder we komen.



Het is een prachtige wandeling die in de laatste kilometers wordt verstoord door een motorrace. Eerst zien we de trialmotoren in de verte afdalen, daarna blijkt dat hun route en de onze behoorlijk overlappen. Het gezoem en de stofwolken komen steeds dichterbij. De slenterende wandelaar doet er goed aan even in de berm te wachten als er weer een coureur voorbij raast.


Wat blijkt, dit is een officiële race, die deel uitmaakt van The Scottisch Six Days Trial. Elke dag rijden tientallen waaghalzen over parcours van 160 kilometer. Online vind ik filmpjes van deelnemers die dwars tegen een wildwaterrivier omhoog rijden. Gaaf om te zien, maar het maakt ons laatste deel van de dag, dat over een toch al vervelende grindweg met losse keien leidt, wel een stukje zwaarder.



Op dag 3 staat een hindernis op het programma die men hier in Schotland de Devil's Staircase noemt. Het zou keramiekwerk van Nick Cave kunnen zijn. In werkelijkheid is het een korte beklimming van 259 meter die op een hoogte van 550 meter uitkomt. Het hoogste punt van de West Highland Way is een van de meest bewandelde stukken van het volledige pad. Ook dagjesmensen komen hierop af.


Aan de voet van de beklimming staat een paaltje met een afbeelding waarop een duivel de trap af raast. In de begeleidende tekst lezen we dat het steile slingerpad rond 1750 werd aangelegd door een groep soldaten, als onderdeel van het oude militaire pad dat we deze dagen grotendeels volgen. Het schijnt dat hier in de loop der jaren een aantal mensen is bezweken.


Uiteindelijk valt de klim ons best mee. Rustig aan naar boven, dan lukt het prima. Op de top puffen wat mensen uit. We komen er allerlei bekenden tegen. Het stel uit Texas kijkt al een tijdje naar het uitzicht. De man maakt er meerdere foto's. Hij liep de West Highland Way voor het eerst afgelopen oktober, toen zonder zijn vrouw. Een groot deel van de tocht trotseerde hij barre omstandigheden, vertelt hij. Omdat de route zo open is, vind je nergens beschutting tegen wind en regen. Het water waaide hem horizontaal in het gezicht en de bergtoppen om hem heen waren in nevelen gehuld. De man kijkt nu zijn ogen uit. De West Highland Way blijkt in zijn zonnige herkansing een heel andere wereld. Het is al dagen stralend weer. Daardoor kan hij nu van de natuur en de eindeloze uitzichten genieten — dit keer samen met zijn vrouw.



Onze vriendin uit Rotterdam heeft ons inmiddels ook gevonden. Ze heeft na de Devil's Staircase nog even een naastgelegen bergtop meegepakt. Welja. Wij slaan even over. Nu begint ze aan de afdaling die wij iets later ook inzetten. Omdat iedereen hetzelfde pad aflegt, heb je altijd iets om over te praten. In Nederland kun je prima wandelen, maar zijn er maar weinig mensen die een ellenlange tocht afleggen en daar onderweg met je over willen praten. Hier is maar één pad en als je de West Highland Way niet loopt, heb je daar eigenlijk niets te zoeken. Als je er een beetje voor open staat, word je daardoor vrij snel hecht met andere wandelaars. Er wordt (leuko)tape uitgedeeld tegen blaren, gemopperd over motoren op de route en je maakt een praatje over het leven. Van elk gesprek krijg je een energieboost voor de komende kilometers.


Het is vandaag, op weg naar Kinlochleven, een van de mooiste routes die we lopen. De afdaling na de Trap van de Duivel oogt iets woester dan we tot nu toe hebben gezien. Er zijn grote rotsplaten en bochtige bergpaden waarna steeds weer een overdonderend uitzicht op ons wacht. Ik maak de ene foto na de andere en ze doen allemaal geen recht aan het gevoel van vrijheid. "We zijn zandkorrels in een woestijn", grap ik tegen mijn vriendin. "Druppels in een oceaan."



Op de slotdag beginnen we met een forse klim door een bos. Het pad leidt soms recht omhoog. Na elke bocht hoop ik dat we de top hebben bereikt, maar dat is eerst vier keer niet zo, voordat het de vijfde keer wel zo is. De beklimming kost ons meer moeite dan de Devil's Staircase — en nu moeten we nog 22 kilometer.


In de eerste helft van deze etappe lopen we vaker wel dan niet tussen andere mensen door een enorme open vallei. Soms is het prettig als je ziet waar je heen moet, omdat je de rugzakken kunt volgen en niet hoeft na te denken. Dit keer leidt het slingerpad zover richting de horizon, dat ik me niet kan voorstellen dat wij over een paar uur zelf de stipjes zijn die we nu in de verte zien bewegen. Het kost een paar mentale drempels, maar met elke stap komen we dichterbij de eindstreep in Fort William.


Deze laatste dag is groener dan de vorige dagen. We lopen door een bos en treffen daar een viertal Limburgers tegen die we al eerder hebben gezien. "We vroegen ons al af hoe het met jullie zou gaan", zegt een van hen. Ik besef me ineens dat ook wij deel uitmaken van de verhalen die andere mensen beleven tijdens hun wandeling door de hooglanden.


Ze vallen wat uit de toon, deze Limburgse mannen, van wie er overigens nog maar één echt in Limburg woont. Bij de rest hoor je het alleen nog. "Normaal gaan we een weekend weg om te zuipen, maar we worden allemaal wat ouder, hebben kinderen en wilden eens iets anders", zegt de aanvoerder van het stel. Een van hen verruilt ondertussen zijn bergschoenen voor sneakers. Het lijkt me een slechte beslissing op deze gravelpaden waar geen einde aan komt. Hij zal elke steen gaan voelen. Maar het moet gezegd: als we daarna een stukje met ze meelopen, maken we in een rap tempo meters.


Als we aan het einde van het bos komen en weer een kort, pittig klimmetje achter de rug hebben, nemen we afscheid van het groepje. We pauzeren met een uitzicht met in elke windrichting een ander stukje natuur. Hier komt alles samen.



"Vergeten we niet te genieten?", vragen we soms hardop aan elkaar. Dat is een vraag die cynisch klinkt maar niet zo is bedoeld. We zijn weliswaar een beetje moe en voelen onze voeten, maar we lopen door een schitterende omgeving die je na een paar dagen voor lief dreigt te nemen. We denken aan het Texaanse stel dat rustig alles in zich op neemt, aan de Rotterdamse met haar vogelkennis en de vrouw uit North Carolina en haar oog voor bloemen.


Als we na 24 kilometer de eindstreep halen en we een pub induiken, blijken bijna alle mensen daar te zijn die we onderweg hebben ontmoet. We bespreken de laatste dag, delen felicitaties en een Schotse man deelt dure whisky die hij als beloning voor zichzelf heeft gekocht. Alle clichés worden hier waar: het gaat allemaal om de reis en om de vrienden die je onderweg maakt. Na vanavond zien we elkaar nooit meer, maar als we in de toekomst terugdenken aan de West Highland Way, denken we evengoed aan de mensen die we hebben ontmoet als aan de wandeling en de weergaloze omgeving zelf.


Je las weekblog №114. Een reisverslag geschreven in de periode van 12 tot en met 18 mei 2025. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag in je mailbox te ontvangen.

© 2022 Rutger Otto

bottom of page